Vlaardingen

(Klassieke beveiliging)


Het station Vlaardingen ligt aan de spoorlijn Rotterdam Centraal - Hoek van Holland bij km. 5.572.
Het werd geopend op 17 augustus 1891 en droeg tot 1 juni 1969 de naam Vlaardingen.
Het station bevond zich tussen het toenmalige "Prikkenwater" (in 1912 gedempt) en de "Spoorweghaven" of "Spoorhaven" (in 1955 eveneens gedempt).

Het stationsgebouw, dat momenteel nog steeds bestaat, dateert uit 1911. Het verving een stationsgebouw uit 1891, welk daarna werd afgebroken.
Het werd in 1969 onder leiding van Cees Douma grondig verbouwd.
Het station beschikte vroeger over een rangeerterrein aan de zuidzijde, waar regelmatig goederentreinen van en naar de Vlaardingse industrie gerangeerd werden.
Ook was er tot de ombouw naar metrostation een weegbrug aanwezig. Vanuit de Spoorhaven werden goederen overgeladen. Deze haven deed voor de demping al tientallen jaren uitsluitend nog dienst als zwembad.

Tot in de jaren tachtig van de twintigste eeuw bevond zich in het westelijke deel van het station een perron van Van Gend & Loos.
Hier werden goederen overgeladen voor zowel transport over het spoor als over de weg.
Er waren laadperrons voor vrachtwagens aanwezig; het terrein was door middel van een hek gescheiden van het deel van het station dat was ingericht voor personenvervoer.

     

Het emplacement gezien in noordelijke richting met het perron en (daarop het) stationsgebouw (links) en de binnenkomende olietrein 4.4754 (Den Haag HS - Pijnacker - Aansluiting Delfshavense Schie - Vlaardingen) getrokken door locomotief NS 2483 (rechts) d.d. 14 augustus 1963.
(Foto's: R. Ankersmit)

     

De westzijde van het emplacement met de rangerende locomotief NS 2521 van buurtgoederentrein 6325 (Hoek van Holland - Rotterdam Noord Goederenstation) met op de achtergrond post III (links)
en het emplacement gezien in oostelijke richting met in de verte het perron en links de goederenloods en rechts de buurtgoederentrein 6325 (Hoek van Holland - Rotterdam Noord Goederenstation) (rechts) d.d. 14 augustus 1963.
(Foto's: R. Ankersmit)

     

De westzijde van het emplacement in westelijke richting gezien vanaf de draaibrug over de Haven met post I en woning 5 en de overweg in de Oosthavenkade d.d. 4 mei 1963 (links)
en de draaibrug over de Haven daarachter de overweg over de Oosthavenkade met woning 5 en post I d.d. 14 augustus 1963 (rechts).
(Foto's: R. Ankersmit)

     

De overweg in de Maasdijk met de woningen 7B en 8 en wachtpost VIII d.d. 4 mei 1963.
(Foto: R. Ankersmit)

Gebruikte afkortingen: Blokstelsels:

De emplacementstekening van Vlaardingen.


De beveiliging van het station Vlaardingen bestond uit de posten T, I, II en III.
In post T was een blokkast met een trekkerlade geplaatst; voor een uitleg over de werking van dit toestel klik hier.
In de posten I, II en III was een HSM handelinrichting geplaatst; voor een uitleg over de werking van deze toestellen klik hier.


Post T

Deze post stond op het middenperron bij km. 5.544.


Tekening van de trekkerlade in post T.



Post I

Post I stond aan de oostzijde van het emplacement bij de overweg in de Oosthavenkade bij km. 5.322.

In post I worden bediend:

Tekening van de handelinrichting in post I.



Post II

Post II stond aan de oostzijde van het emplacement bij de overweg in de Westhavenkade bij km. 5.420.

In post II worden bediend: Nabij de post worden bediend:

Tekening van de handelinrichting in post II.



Post III

Post III stond aan de westzijde van het emplacement bij km. 5.895.

In post III worden bediend:

Tekening van de handelinrichting in post III.


De tekeningen van de toestellen kunnen op details afwijken van de werkelijkheid omdat de gebruikelijke toesteltekeningen niet aanwezig waren in het BVS;
de tekeningen zijn daarom zo goed mogelijk gereconstrueerd aan de hand van de tekst in het BVS.

Bedieningshandelingen

Aankomst van een trein van Schiedam op de sporen I, II, 3 en 4.
  1. Zodra een trein van Schiedam de isolerende las bij km 1.265 berijdt begint in wachtpost 4B de schel "v. Sdm" te luiden en wordt de melder "v. Sdm" rood.
  2. De schel houdt op te luiden en de melder wordt wit, zodra de trein de geïsoleerde spoorstaaf is overgereden en de wachter de knop "v. Sdm" drukt.
  3. Als door een storing de schel blijft luiden, kan de wachter in wachtpost 4B door het ontzegelen en het laten uitspringen van de noodknop, de schel laten ophouden met luiden.
    Hierdoor wordt de treinaankondiging buiten dienst gesteld.
  4. De wachter in blokpost 3b vraagt T om ontblokking voor de trein waardoor in de blokpost 3b het venster "Blok n. Vdg" wit wordt.
  1. Voor een trein op spoor I kondigt T aan I de trein aan.
  1. Voor een trein op de sporen II en 3-4 kondigt T aan I en II de trein aan.
Vertrek van een trein naar Maassluis van de sporen I, 3 - 5.
  1. T vraagt 9b om ontblokking voor de trein en kondigt III de trein aan.
  2. De wachter in blokpost 9b maakt bij T het blokvenster in veld 8 vrij.
  3. T drukt de knop "Tr. Aank. Wp 8" waardoor in wachtpost 8 de schel "v. Vdg" gaat luiden.
  4. De wachter in wachtpost 8 drukt knop "v. Vdg" waardoor bij hem de schel "v. Vdg" ophoudt met luiden, de schel met langzame slag begint te luiden, het groene lampje dooft,
    het rode lampje gaat branden en bij T het venstertje "Toest. Wp 8" wit wordt.
  5. T trekt trekker in veld 10 of 11 uit en bedient het vertrekvenster in veld 9 met het blokvenster in veld 8, waardoor bij III het vertrekvenster in veld 18 of 16 en bij 9 het betreffende voorbijgansvenster vrij worden.
  6. Voor een trein van spoor I trekt III de trekker in veld 18 uit en legt het handel C1/(Cv1) om of voor een trein van de sporen 3-5 trekt III de trekker in veld 16 uit en legt het handel C3-5 om.
  7. Achter de trein brengen III en T de toestellen in de normale stand terug.
  8. Zodra de trein de geïsoleerde spoorstaaf in de overweg "Maassluissedijk" berijdt, wordt in post T het venstertje "Toest. Wp 8" weer rood.geheel ie overgereden, houdt.
  9. Zodra de trein de geïsoleerde spoorstaaf geheel is overgereden, houdt de schel met langzame slag op te luiden, dooft het rode lampje en gaat het groene lampje weer branden.
    Als door storing de schel met langzame slag blijft luiden, kan de wachter in Wp 8 door het ontzegelen en drukken van de noodknop de schel laten ophouden met luiden.
Aankomst van een trein van Maassluis op de sporen II, 3 en 4.
  1. De wachter in blokpost 9b vraagt ontblokking voor de trein, waardoor in de blokpost 9b het venster "Blok n. Vdg" wit wordt.
  2. Zodra 9b de drukknop "Tr. akd wp 8" drukt - of - bij uitgeschakelde blp 9b de trein de geïsoleerde spoorstaaf bij km 10.578 berijdt - luidt bij wp 8 de schel en brandt het witte lampje "v. Mss".
  3. De wachter in wp 8 drukt de knop "v. Mss", waardoor bij hem de schel "v. Mss" ophoudt te luiden, het witte lampje dooft, de schel met langzame slag begint te luiden, het groene lampje dooft en het rode gaat branden.
  4. Zodra de trein de geïsoleerde spoorstaaf in de overweg Maassluissedijk is overgereden, houdt in wp 8 de schel met langzame slag op te luiden, dooft het rode lampje en gaat het groene lampje weer branden.
  5. Als door storing de schel met langzame slag blijft luiden, kan de wachter in wp 8 door het ontzegelen en drukken van de noodknop de schel laten ophouden met luiden.
  1. Voor een trein op spoor II kondigt T aan III de trein aan.
  1. Voor een trein op de sporen 3 en 4 kondigt T aan III de trein aan.
Vertrek van een trein naar Schiedam van de sporen II, 3 en 4.
  1. T vraagt 3b om ontblokking voor de trein en kondigt II de trein aan.
  2. De wachter in blokpost 3b maakt bij T het blokvenster in veld 2 vrij.
  3. T trekt de trekker in veld 2 of 1 uit en bedient het vertrekvenster in veld 1 met het blokvenster in veld 2, waardoor bij II het vertrekvenster in veld 7 of 8
    en bij 3b het voorbijgangsvenster vrij worden en bij Wp 4b de schel "v. Vdg" begint te luiden.
  4. II kondigt I de trein aan.
  5. I trekt de trekker in veld 14 uit en bedient het treinrichtingsvenster in veld 14 waardoor bij II het treinrichtingsvenster in veld 9 vrij wordt.
  6. Zodra het venstertje "Treinaank. Wp 4b" in post II wit toont bedient II het venster "n. Sdm" in veld 2, waardoor bij hem het vertrekvenster in veld 5 vrij wordt.
  7. Vervolgens trekt II de trekkers in de velden 5 of 9 en daarna de trekkers in de velden 7 of 8 uit en legt het handel B2/(Bv2) of B3-4 om.
  8. Achter de trein brengen II, I en T de toestellen in de normale stand terug.
  9. Bij het in de normale stand terugbrengen van de toestellen in post II, toont het venstertje "Tr. aank. Wp 4b" bij hem weer rood.
Zoals de bedieningshandelingen blijkt worden de blokvensters gelijk met het geven van de vertrekvensters bedient; in feite werd dus al geblokt vóórdat de trein was vertrokken.

De klassieke beveiliging is met ingang van 27 september 1964 vervallen in verband met de indienstelling van een CVL beveiliging.

Voor een beschrijving van deze beveiliging klik hier.

Terug naar Home Terug naar seinhuizen