Utrecht CS (klassieke beveiliging)
Het station Utrecht CS ligt aan de spoorlijnen Amsterdam CS - Zevenaar bij km. 34.992, Utrecht CS - Zwolle bij km. 0,0000 en Utrecht CS - Rotterdam bij km. 0,000.
Het station ligt ten westen van de Utrechtse binnenstad, op de plaats waar de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij in 1843 het eerste station van de stad Utrecht opende. Dat oorspronkelijke station bood Utrecht een treinverbinding met Amsterdam en later ook Arnhem. In 1863 legde de NCS de spoorlijn naar Zwolle aan. Het NRS-station werd het beginpunt van deze lijn. Tegelijkertijd bouwde de NCS het Buurtstation, vanwaar de lokale treinen naar Amersfoort, Baarn en Zeist vertrokken. Het NRS-station en het buurtstation waren door de Leidse Rijn van elkaar gescheiden. Een loopbrug over de Leidse Rijn verbond de beide stations. In 1870 werd de door de Staat der Nederlanden aangelegde spoorlijn naar 's-Hertogenbosch geopend. De staat en de NRS konden geen overeenstemming bereiken over een gezamenlijk gebruik van het NRS-station. De staat bouwde daarom een eigen station, station Utrecht SS, 750 meter ten zuiden van het NRS-station. Aan de oostkant van het centrum bouwde de HSM in 1874 het Maliebaanstation.
Van al deze stations was het NRS-station het meest gunstig gelegen. In 1874 werd Utrecht SS gesloten. Vanaf 1901 reden de treinen vanuit Hilversum door vanuit Lunetten naar het NRS-station. In 1921 kwam er een verbinding tussen Hilversum en het buurtstation. Meer en meer treinen uit Hilversum reden naar het buurtstation, in 1939 resulteerde dit in het sluiten van het Maliebaanstation. Ondertussen werd het NRS-station in 1909 omgedoopt in "Centraal Station". Na een uitbreiding van de capaciteit van het Centraal Station, werd het buurtstation in 1937 overbodig, want met de bouw van de Leidseveertunnel, die werd voltooid in 1940, konden de buurtsporen worden doorgetrokken, en werden er vier kopsporen aangelegd direct naast het stationsgebouw.
Naar aanleiding van Spoorslag '70 is er in dat jaar, voor het eerst buiten de klassieke overkappingen, een nieuw eilandperron in gebruik genomen. Ter hoogte van het huidige zesde perron met de sporen 14 en 15. De grootschalige verbouwing van het station tot onderdeel van het Hoog Catharijne complex was tussen 1975 en 1981 aangegrepen om drie van de vier buurtsporen (dat waren toen nog allemaal kopsporen) te verlengen. De twee middelste buurtsporen zijn, in fasen, doorgaande sporen richting het zuiden geworden door deze onder de verhoogde stationshal, de Katreinetoren en het Rayongebouw door, te verlengen. Het betroffen de (huidige) sporen 4 en 5. Aan de zuidzijde was op de positie van het huidige spoor 5b een kopspoor in de zuidelijke richting dat daarvoor als fietsperron werd gebruikt. De doorgetrokken sporen werden de eerste jaren overigens vooral gebruikt voor niet doorgaande treinen. Het meest oostelijke buurspoor is alleen maar verlengd tot aan de toenmalige nieuwe hooggelegen stationshal en is kopspoor gebleven (het huidige kopspoor 3). Het meest westelijke buurtspoor bleef daarmee onverlengd en lag daardoor voortaan excentrisch ten opzichte van alle andere perrons, als een verlenging van het huidige derde perron en het zat precies tussen de sporen 5 en 7 in. Het betrof kopspoor 6 dat in die periode als reserveperron ging functioneren. In 1986 was aan de centrumzijde een nieuw perron met de kopsporen 1 en 2 in gebruik genomen zodat er meer capaciteit was om de dienstregeling goed uit te voeren. Daardoor was er vanaf 1986 (net als tot 1975 met de buurtsporen) sprake van een groep kopsporen op Utrecht Centraal die in gebruik waren voor de treinen naar Hilversum, Baarn en (de stoptreinen naar) Amersfoort. Door het verschuiven van de treinen kon het perron met de sporen 5 en 7 vanaf die tijd worden gebruikt voor doorgaande Intercitytreinen. In verband met de uitbreiding van het aantal vrije kruisingen in de eerste helft van de jaren '90 is het perron met kopspoor 6 verwijderd. Rond 1995 was in het kader van Rail 21 een zevende perron aangelegd, ter hoogte van de huidige sporen 18 en 19. Dit was eerst een perron met alleen een noordelijke helft, de sporen liepen dood op een stootblok. In 2006 heeft dit perron een relatief lange zuidelijke helft gekregen zodat er genoeg capaciteit was voor de dienstregeling van 2007. Het station telde tot 13 juli 2015 zeven perrons en veertien perronsporen (waarvan drie kopsporen). Parallel aan de treinperrons aan de jaarbeurszijde was er een parkeerterrein voor NS-personeel. Voor die tijd waren hier de voormalige goederensporen van Van Gend & Loos. Aan de oostelijke centrumzijde waren twee busstations die, vanuit het station gezien, alleen via twee tunnels of via de hoofdwinkeltraverse van Hoog Catharijne bereikbaar waren. Aan de centrumzijde liep tussen de sporen en de busstations een fietspad. In het kader van de bouw van de OV-terminal is er vanaf 2014 gebouwd aan een achtste eilandperron met de sporen 20 en 21. Dit perron is op 13 juli 2015 in gebruik genomen.
Het stationsgebouw
Het oorspronkelijke stationsgebouw uit 1843 was al snel te klein. Na de aanleg van de spoorlijn naar Rotterdam in 1855 werd het stationsgebouw in 1856 voor het eerst verbouwd. Tien jaar later, na de aanleg van de spoorlijn naar Zwolle, werd het station opnieuw ingrijpend verbouwd. Eind 19e eeuw, rond 1894, kreeg het toenmalige station perronoverkapping (die ter hoogte van de noordelijke perronhelften alle toenmalige sporen overspande). De architect was George van Heukelom. In 1936 werd het nogmaals grondig verbouwd, vernieuwd en uitgebreid naar een ontwerp van architect Sybold van Ravesteyn. Kort daarna, op 17 december 1938 brandde het gebouw grotendeels uit, waarna het in 1939 werd herbouwd waarbij in dit geval ook de bovenste deel van het station in dezelfde stijl meeverbouwd kon worden. Als aandenken aan dit feit heeft er jarenlang een feniks op de nok van het station gestaan. Het stationsgebouw stond tot de eerste helft van de jaren ´70 op de plek waar nu de noordelijke a-helft van het perron is met de sporen 5 en 7. De westelijke helft van dat perron met het huidige spoor 7 was toentertijd nog een lang zij-perron met een stationsgebouw aan het stationsplein, zoals in veel andere steden. De kopsporen 1 en 2 waren er toen nog niet, en de voorlopers van de sporen 3, 4, 5 en 6 waren toen nog kopsporen die eindigden ten noorden van dat stationsgebouw. Via de Zuidertunnel (1904), en de Noordertunnel die in 1948 geopend werd, was het mogelijk om vanaf het eerste perron (nu het perron met het spoor 7) naar de eilandperrons te gaan.
In 1970 werd de traverse geopend, een nieuwe voetgangersverbinding boven de sporen tussen het station en de Jaarbeurs. Deze traverse kwam net ten zuiden van het stationsgebouw te liggen. Met deze traverse kreeg het station zijn eerste roltrappen (zowel op- als neergaand) maar alleen naar de (zuidelijke) b-zijde van de perrons. Aan de noordzijde van de traverse waren alleen trappen. Vervolgens werd op 17 december 1973 in het kader van de nieuwbouw van Hoog Catharijne een stationshal geopend aan het begin van de traverse, boven de huidige sporen 4 en 5. De laagbouw voor de hal overspande het perron dat leidde richting het huidige kopspoor 3 (en later ook de kopsporen 1 en 2). Zowel de traverse als de hal waren ontworpen door Koen van der Gaast, de hal was in samenwerking met Mart van Schijndel ontworpen. Deze hal kenmerkte zich door zware betonconstructies, en een hoog dak dat afgewerkt was met hout: een schrootjesplafond, een afwerking die gebruikelijk was in de jaren '70. De traverse en de stationshal hadden een zwarte rubberen vloer (ook gebruikelijk in die tijd) die qua uitstraling in sterk contrast stond met de luxe natuurstenen vloer van het aangrenzende winkelcentrum Hoog Catharijne. Daarna werd in 1975 het oude stationsgebouw afgebroken, de sloop van het oude stationsgebouw viel samen met de sloop van de complete Utrechtse stationswijk waar de oude gebouwen plaats hebben gemaakt voor de bouw van Hoog Catharijne. Op het voormalige stationsplein werd daarna een overdekte stationsfietsenstalling en een taxiplateau gebouwd. Het taxiplateau (tevens de breng- en afhaallocatie voor reizigers met de auto) sloot aan op het hogere winkelniveau van Hoog Catharijne, met onder het taxiplateau een stadsbusstation.
Tussen 1986 en 1989 was door architect M.W. Markenhof het station nogmaals uitgebreid: de stationshal werd vergroot, zodat deze voortaan alle perrons overspande (de toenmalige nieuwbouw overspande de huidige sporen 7 t/m 14). Alle perrons kregen een lift en ook de (noordelijke) a-helften van de perrons kregen roltrappen (zowel op- als neergaand). Kenmerkend voor die hal was de voor die tijd lichte dakconstructie met de rode bogen en de blauwe lichtinval boven de toegangen naar de perrons. De hal uit 1989 werd om, en over, een deel van de traverse uit 1970 heen gebouwd zodat de bovenbouw van de traverse daar kon worden afgebroken. De trappen en roltrappen van de traverse werden vernieuwd en werden samen met de onderbouw onderdeel van de nieuwe hal. De hal uit 1973 fungeerde na deze grote uitbreiding niet meer als de belangrijkste hal. Gelijktijdig werd de zwarte rubberen vloer in deze oudere hal uit 1973 en in de Jaarbeurstraverse (die traverse bleef wel bestaan) vervangen door een nieuwe tegelvloer waardoor deze qua kleurstelling veel beter aansloot op Hoog Catharijne. Ook de lichtval in de Jaarbeurstraverse werd vergroot. De tegelvloer in de beide hallen hadden een rail-patroon in overeenstemming met het aantal sporen één verdieping lager op het perronniveau. In 1989 kwam in de nieuwe hal ook het blauwe bord. Vanwege de bouw van een nieuw perron werd in de periode 1993 tot 1995 de stationshal aan de westelijke jaarbeurszijde opnieuw, in dezelfde stijl met rode bogen, uitgebreid (dit stuk hal overspande de sporen 15 t/m 18). Doordat het station Utrecht Centraal door de jaren heen telkens was uitgebreid was er tot 2015 sprake van verschillende en uiteenlopende bouwstijlen op het station met zowel perronoverkappingen uit de 19e eeuw als een stationshal uit 1989 (met een ouder deel uit 1973). Tot 2011, voor de verbouwing tot OV-terminal, was Utrecht Centraal uitgegroeid tot een, qua oppervlak, zeer groot OV-knooppunt met lange looplijnen naar bijvoorbeeld de sneltram of naar de busstations. Deze tramhaltes en busstations waren niet geïntegreerd in het stationsgebouw maar maakten meer een onderdeel uit van het grotere Hoog Catharijne-complex.
Het oude stationsgebouw van Utrecht CS.
(bron: www.stationsweb.nl)
De noordzijde van het emplacement gezien vanuit post A (links)
en de aankomst van de TEE Rembrandt getrokken door E locomotief 1145 gezien vanuit post A d.d. 6 oktober 1974 (rechts).
(Foto's: W. Vos)
De aankomst van de TEE Rembrandt getrokken door E locomotief 1145 gezien vanuit post A (links) en het emplacement in zuidelijke richting gezien vanuit post A d.d. 6 oktober 1974 (rechts).
(Foto's: W. Vos)
De noordzijde van het emplacement (links) en de E locomotief 1135 opgesteld op spoor 15 d.d. 6 oktober 1974 (rechts).
(Foto's: W. Vos)
De noordzijde van het emplacement d.d. 14 mei 1974.
(Foto's: W. Vos)
De noordzijde van het emplacement d.d. 14 mei 1974.
(Foto: W. Vos)
De noordzijde van het emplacement Utrecht Goederen (links)en zuidzijde van het emplacement Utrecht Goederen d.d. 14 mei 1974 (rechts).
(Foto's: W. Vos)
De opstelsporen aan de zuidzijde van het emplacement Utrecht Goederen (links)en de locomotieven 1128 en 1314 d.d. 14 mei 1974 (rechts).
(Foto's: W. Vos)
De foto's d.d. 14 mei 1974 zijn gemaakt tijdens een rit met trein no. 710715 Amsterdam Watergraafsmeer - Maarssen - Nieuwersluis = Loenen - Uithoorn - Nieuwersluis = Loenen - Utrecht CS.
Als gevolg van een leuk contact met de machinist heb ik die rit vanuit de locomotief kunnen meemaken.
Deze trein vertrok vroeg in de ochtend vanaf de Watergraafsmeer en reed door naar Maarssen om daar kop te maken omdat de Haarlemmermeerspoorlijn in Nieuwersluis = Loenen niet vanuit de noordelijke richting niet bereikbaar was.
Deze trein kwam rond het middaguur aan in Utrecht Goederen aan.
De noordzijde van het emplacement Utrecht Goederen met de rangeerstoplantaarn QT en links het uitrijsein A 1-13 met het voorsein 260v (links)
en de rangeerstoplantaarns Q 4 en 5 d.d. 20 juni 1976.
(Foto's: R.T. Jongerius)
De rangeerpaallantaarn (rouwbrief) Q 1-4 met een S-bord (links) en een S-bord geldend voor twee sporen (rechts) d.d. 20 april 1976.
(Foto's: R.T. Jongerius)
Gebruikte afkortingen:
- Ut = Utrecht CS
- Blw = Blauwkapel
- Db = Driebergen = Zeist
- Ln = Lunetten
- LW = Lage Weide
- Mas = Maarssen
- Vtn = Vleuten
- Wd = Woerden
Blokstelsels:
- Utrecht CS - Blauwkapel = Automatisch blokstelsel met lichtseinen van het stelsel 1954 ingericht voor dubbel - enkelspoorrijden
- Utrecht CS - Maarssen = Automatisch blokstelsel met lichtseinen van het stelsel 1946 ingericht voor dubbelspoorrijden
- Utrecht CS - Woerden = Automatisch blokstelsel met lichtseinen van het stelsel 1954 ingericht voor dubbel - enkelspoorrijden
- Utrecht CS (post C) - Utrecht CS (post D) over sporen G, H, J en M = Automatisch blokstelsel met lichtseinen van het stelsel 1946 ingericht voor dubbelspoorrijden
- Utrecht CS (post D) - Lunetten = Blokstelsel III
- Utrecht CS (post D) - Driebergen - Zeist = Automatisch blokstelsel met lichtseinen van het stelsel 1946 ingericht voor dubbelspoorrijden
De emplacementstekening van Utrecht CS.
(Klik op de tekening voor een vergroting en scroll dan door de tekening)
De beveiliging van het station Utrecht bestond uit de posten T, A, C, D, H, K en R.
In post T was een speciaal tableau en een stelknoptoestel voor de bediening van de wisselparen 28t/37t, 29t/36t, 38t/48t, 39t/49, 40t/54t en 41t/55t geplaatst.
In de posten A en H was een stelknopoestel geplaatst; voor een uitleg over de werking van deze toestellen klik hier.
In de posten C, D en R was een Siemens & Halske handelinrichting geplaatst; voor een uitleg over de werking van deze toestellen klik hier.
Bij post K stond een Hoge Handelinrichting waarmee de rangeerseinpaal (snoekebek) 46 in dubbele trekking met post C kon worden bediend.
Rood-wit geschilderde palen
De uitrijseinen 36, 38, 39, 40, 41, 42, 43 en 44 hebben rood-witte palen en gelden dus ook rangeerbewegingen.
Waarschuwingslichten
Ter hoogte van de inrijseinen 404, 406 en 410 kan het gele waarschuwingslicht (sein SR 241) worden getoond.
Waarschuwingslampen voor de overpaden
Nabij de overpaden aan de noordzijde en de zuidzijde zijn waarschuwingslampen aangebracht, die normaal met wit licht branden.
Als er een rijweg ove een overpad wordt ingesteld, dan gaan de betreffende lampen met wit flikkerlicht branden.
Remproef- en combinatieseinen
Voor treinen op spoor I, II en IV zijn remproefseinlichten aanwezig.
Voor treinen op spoor VI zijn combinatie-seinen aanwezig.
Sleutelrelaiskastjes t.b.v. het koppelen en ontkoppelen van de rijtuigverwarming
Aan de noord- en zuidzijde van het 3e perron is een sleutelrelaiskastje aanwezig.
In het sleutelrelaiskastje aan de noordzijde is een sleutel aanwezig.
Wanneer bij een getrokken trein rijtuigen moeten worden gekoppeld of ontkoppeld, laat de machinist na het tot stilstand komen van de trein de stroomafnemers neer en brengt loc-sleutel in het sleutelrelaiskastje aan de zuidzijde van het perron.
Hierdoor gaat het lampje van het sleutelrelaiskastje aan de noord- en zuidzijde branden.
De rangeerder neemt, terwijl hij de drukknop aan het sleutelrelaiskastje noordzijde drukt de sleutel uit het slot hieraan, waardoor het lampje aan de zuidzijde dooft.
Met deze sleutel kan hij de verwarming koppelen of ontkoppelen
Als de rijtuigen zijn gekoppeld of ontkoppeld dan wordt de sleutel weer in het sleutelrelaiskastje aan de noordzijde van het perron gebracht, waardoor het lampje van het sleutelrelaiskastje aan de zuidzijde gaat branden.
Hierna neemt de machinist terwijl hij de drukknop van het sleutelrelaiskastje drukt de loc-sleutel uit het slot, waardoor de lampjes zuid- en noordzijde doven.
Post T
Post T stond boven het 1e en 2e perron bij km. 35.093.
In deze post was een speciaal tableau en twee losse stelknoptoestellen voor de bediening van de kruiswissels in de perronsporen geplaatst.
Het speciale tableau in post T d.d. 9 februari 1965.
(Foto: J.G.C. van de Meene)
Het speciale tableau (links) en het stelknoptoestel voor de bediening van de wissels 28t/37t, 29t/36t (rechts)d.d. 9 februari 1965.
(Foto's: J.G.C. van de Meene)
Tekening van het bijzondere tableau in post T.
Tekening van de stelknoptoestellen in post T.
Beschrijving en bediening van het tableau in post T Utrecht CS.
Op het tableau zijn de verschillende sporen door lijnen aangegeven.
In deze lijnen zijn knoppen en lampjes aangebracht.
De bedieningshandelingen met de knoppen en de signalering door middel van lampjes hierin zijn als volgt:
- Blauwe lampjes.
Deze lampjes branden zolang er geen toestemming voor een beweging over het betreffende spoor is gevraagd of gegeven.
- Witte lampjes geplaatst bij een pijl.
Een pijl bij de lampjes geeft aan voor welke bewegingsrichting een lampje geldt.
Normaal zijn deze lampjes gedoofd.
Als een lampje met wit flikkerlicht brandt, dan vraagt post A, C, D of H toestemming voor het uit de stand stop brengen van een sein.
Als post T deze toestemming verleent dan verandert het flikkerlicht in constant licht.
De lampjes doven zodra de posten A, C of D de toestellen in de normale stand terugbrengen.
- Groene lampjes "Blok n. ....."
Deze lampjes branden zolang het hoofdspoor naar ..... onbezet is tot het eerstvolgende bloksein.
- Gele lampjes "Akd tr. v. ....."
Deze lampjes branden zodra een trein van ..... zich in de betreffende post aankondigt.
Beginpunt treinaankondiging:
van Woerden over het rechter spoor |
km. 5.270 (lichtsein 706) |
van Woerden over het linker spoor |
km. 2.910 (lichtsein 703) |
van Maarssen |
km. 30.057 |
van Blauwkapel over het rechter spoor |
km. 3.256 (lichtsein 816) |
van Blauwkapel over het linker spoor |
km. 3.256 (lichtsein 814) |
van Driebergen = Zeist: |
lampje "akd. tr. v. Db" | zodra het sein 428 wordt bediend voor de richting Utrecht CS
|
lampje "akd. tr. v. post D (Db)" | zodra post D het sein 416 bedient
|
van Lunetten:
|
lampje "akd. tr. v. Ln" | zodra post D Lunetten ontblokt
|
lampje "akd. tr. v. post D (Ln)" | zodra post D het sein 418 bedient
|
- Witte en rode lampjes in en bij de kruiswissels tussen het 1e, 2e en 3e perron
Deze lampjes geven de stand aan van de kruiswissels.
Als de witte lampjes in de recht doorgaande sporen branden, dan liggen de kruiswissels voor recht spoor.
Als een wisselverbinding is omgelegd dan branden de rode lampjes in de streep die de wisselverbinding aangeeft.
- Witte lampjes bij het wissel 98 te Lage Weide
Indien het wissel 98 in de normale stand stand ligt dan brandt het bovenste lampje; in de omgelegd stand van het wissel brandt het onderste lampje.
- Witte lampjes bij het wissel 75
Indien het wissel 75 in de normale stand stand ligt en de tongen aansluiten en door post C is vastgelegd dan brandt het bovenste lampje; is het wissel omgelegd en sluiten de tongen aan dan brandt het onderste lampje.
- Witte en gele knoppen
In deze knoppen brandt geel flikkerlicht, zodra de posten A, C of D toestemming vragen voor het uitvoeren van een treinbeweging van of naar het betreffende spoor (zie de richting van de pijl)
Indien post T toestemming kan verlenen drukt hij de knop, waardoor in deze knop constant licht gaat branden en de toestemming-vragende post de seinen kan bedienen.
- Witte knoppen
Het drukken van een witte knop heeft tot gevolg dat het sein een ander beeld dan beperkte snelheid zal gaan tonen.
Indien dus ingevolge het TRR het seinbeeld "beperkte snelheid" of "voorzichtig rijden" wordt vereist dan mag deze knop niet worden gebruikt.
- Gele knoppen
Het drukken van een gele knop heeft tot gevolg dat het sein beperkte snelheid of (voor de seinen 404 en 406) geel licht met het waarschuwingslicht x) of (voor de rangeerseinpaal 46) "voorbijrijden togestaan" kan gaan tonen.
N.B. Het geven van toestemming voor bewegingen naar de sporen A, B, C en Ea door het drukken van de witte knop is slechts mogelijk indien het groene lampje "Blok n. ....." brandt.
Het geven van toestemming voor bewegingen naar Lage Weide is slechts mogelijk als het aankondigingslampje "Akd tr v. Mas" niet brandt voor een trein uit de richting van Maarssen.
Toestemmingen voor bewegingen naar de sporen Ea en Fa kunnen slechts worden gegeven, als de rijrichting juist in ingesteld.
Toestemmingen voor bewegingen naar spoor Fa bij tegengestelde rijrichtingen kunnen worden gegegen door het drukken van de gele knop indien het gele lampje "Akd tr v. Wd R.S." gedoofd is.
Het geven van toestemming voor een beweging naar spoor AA of BB door het drukken van een witte knop is slechts mogelijk nadat toestemming is gegeven voor een beweging van spoor AA of BB naar Blauwkapel.
Het geven van toestemming voor bewegingen van Driebergen = Zeist op spoor G is slechts mogelijk als in de knop B 115/Ot115 geen licht brandt.
Toestemming voor bewegingen op de sporen IIIa en VIa met een brandend rood licht kan alleen worden gegeven door het drukken van de gele knop.
x) Indien het waarschuwingslicht brandt, brandt tevens het controlelampje bij de knop.
- Uitzondering voor witte knop "Sleutel B. 115/Ot115"
Zolang post C de drukknop van het sleutelrelaiskastje "B. 115/Ot115" drukt, brandt in de b.g. knop wit flikkerlicht.
Als post T deze knop drukt, dan gaat hierin constant wit licht branden, wordt in post C het venstertje in het sleutelrelaiskastje blauw en kan post C de sleutel "B. 115/Ot115" uit het slot nemen.
Het drukken van de knop heeft alleen gevolg als post T geen toestemming aan post D heeft gegeven voor een beweging van Driebergen = Zeist op spoor G en post C achter de voorafgaande trein het toestel in de normale stand heeft teruggebracht.
Het licht dooft zodra post C de sleutel weer in het sleutelrelaiskastje heeft gebracht en omgedraaid.
- Groene knoppen
In deze knoppen brandt groen flikkerlicht zodar post A de seinstelknop in de halve stand teruglegt of post C het betreffende aankomstvenster bedient.
Achter de trein of het rangeerdeel drukt post T de knop, waardoor post A of C de toestellen weer in normale stand kunnen terugbrengen.
Na het drukken van de knop dooft het flikkerlicht in de knop (zijde post C) of verandert het flikkerlicht in contant licht (zijde post A).
Het constante licht dooft zodra post A de seinstelknop normaal heeft gelegd.
- Knoppen aangebracht bij de kruiswissels tussen het 1e en 2e en het 2e en 3e perron
Zolang één van deze knoppen wordt gedrukt kan de bijbehorende wisselverbinding d.m.v. het omleggen van een stelknop in post T worden bediend.
- Knop bij het wissel 75
Het wissel 75 wordt bediend door post C en is normaal vastgelegd in de stand van of naar spoor IIIb.
Als dit wissel moet worden omgelegd, dan moet post T de drukknop drukken totdat het lampje "wiss. 75 .-." brandt. (Vastlegging in de omgelegde stand vindt niet plaats).
- Schakelaar "Stoplamp sp. IIIa" en "Stoplamp sp. VIa"
Door het omleggen van één van deze schakelaars gaat het rode licht naast spoor IIIa of spoor VIa branden.
Tevens brandt dan de rode controlelamp.
- Lampje "sp. VI vrij"
Dit lampje brandt als het spoor bezet is van sein 258 tot wissel 74.
Toestemming voor treinbewegingen van Woerden, Maarssen of Blauwkapel op spoor VI als dit bezet is kan alleen worden gegeven door het drukken van de gele knop.
Bij toestemming voor een treinbeweging van Driebergen = Zeist of Lunetten op bezet spoor VI gaat het waarschuwingslicht (sein SR 241) bij de seinen 404 of 406 automatisch branden.
- Noodknop Noordzijde
Door het drukken van deze knop kan post T de reeds door post A uit de stand stop gebrachte seinen voor bewegingen van of naar de sporen I t/m VI, X in de stand stop brengen indien dit ter voorkoming van gevaar noodzakelijk is.
Het bedienen van deze seinen is hierna eerst weer mogelijk, als alle seinstelknoppen in post A in de normale stand zijn teruggebracht.
- Noodknop Zuidzijde
Door het drukken van deze knop kan post T de seinen 404 en 406 in de stand stop terugbrengen indien dit ter voorkoming van gevaar noodzakelijk is.
Het bedienen van deze seinen is hierna eerst weer mogelijk, als post C de hierbij betrokken krukjes en vensters in de normale stand heeft teruggebracht.
- Knop bij wissel 98
Voor bewegingen van een naar Lage Weide (wissel 98 .-.) treedt post A in overleg met post T.
Indien er zich geen trein aankondigt drukt post T de knop bij wissel 98 totdat post A de stelknop in veld 101L in de normale stand heeft gelegd.
Rijrichting wisselen:
Zijde Blauwkapel:
Het wisselen van de rijrichting geschiedt door de treindienstleider te Blauwkapel.
Als bij de schakelaar het groen lampje brandt dan kan een rijweg naar het betreffende spoor worden ingesteld; als het rode lampje brandt is dit niet mogelijk.
De beide schakelaars op het tableau zijn buiten dienst.
Zijde Woerden:
- het rechter spoor van Woerden:
Deze rijrichting wordt gewisseld door het omleggen van de schakelaar.
De ingestelde rijweg wordt aangegeven door het brandende groene lampje bij de schakelaar.
Het wisselen van de rijrichting is niet mogelijk zolang het witte lampje bij de schakelaar brandt.
Dit lampje brandt zolang het spoor van Harmelen Aansluiting tot Utrecht bezet is of er handelingen zijn verricht tot het bedienen van een sein dat toegang geeft tot dat spoor.
- het linker spoor van Woerden:
De ingestelde rijweg wordt in post T aangegeven door het brandende groene lampje.
De rijrichting over dit spoor kan door de treindienstleider te Woerden worden gewisseld.
Uit- en inschakelen post H
Post H is uitschakelbaar.
Het in- en uitschakelen wordt hieronder beschreven.
- Uitschakelen
Na overleg met post H drukt post T de knop "Uitschakelen Post H"
Nadat post H de stelknop in veld 96 heeft omgelegd gaat in post T het lampje "Post H uitgeschakeld" branden.
- Inschakelen
Na overleg met post H drukt post T de knop "Inschakelen Post H"
Hierdoor dooft het lampje "Post H uitgeschakeld" en kan post H de stelknop in veld 96 in de normale stand terugleggen.
Post A
Post A stond aan de noordzijde van het emplacement boven het perron bij km. 0.263 Ut - Zl.
In deze post was een stelknoptoestel bestaande uit 120 velden geplaatst.
De oude post A en de nieuwe post A in aanbouw d.d. 22 februari 1958 (links) en d.d. 6 maart 1958 (rechts).
(Foto's: J.G.C. van de Meene)
De nieuwe post A is in dienst gesteld op 23 november 1958.
De nieuwe post A d.d. 25 augustus 1974 (links) en de noordzijde van het emplacement met op de achtergrond post A d.d. 16 mei 1972 (rechts).
(Foto's: R.T. Jongerius)
Het stelknopoestel in post A d.d. 14 april 1965.
(Foto: J.G.C. van de Meene)
Het stelknopoestel in post A d.d. 29 september 1974.
(Foto: R.T. Jongerius)
Het stelknopoestel in post A d.d. 8 november 1974.
(Foto's: J.G.C. van de Meene)
Met ingang van 16 april 1972 is in post A een klein AR - tableau(tje) geplaatst voor de bediening van het wissel 23a en de seinen 196 en 198 in de spoorlijn richting Woerden.
Een detail van het stelknopoestel in post A met daarnaast het AR - tableau(tje).
De linker foto is gemaakt op 6 oktober 1974 door W. Vos en de rechter foto is gemaakt op 8 november 1974 door J.G.C. van de Meene.
Het stelknopoestel in post A d.d. 29 juni 1974.
(Foto's: R.T. Jongerius)
Het kleine AR - tableau(tje) in post A d.d. 29 juni 1974.
(Foto: R.T. Jongerius)
Het stelknopoestel in post A d.d. 6 oktober 1974.
(Foto's: W. Vos)
Een detail van het stelknopoestel in post A d.d. 6 oktober 1974.
(Foto's: W. Vos)
Een aantal van de vele meldingsvenstertjes in post A d.d. 6 oktober 1974.
(Foto: W. Vos)
Tekening van het stelknoptoestel in post A.
(Klik op de tekening voor een vergroting en scroll dan door de tekening)
De tekening wijkt op enige details af van de foto's omdat de tekening is gebaseerd op de gegevens uit het BVS Utrecht 1964 en de foto's zijn gemaakt in het jaar 1974.
Tekening van het AR - tableau in post A.
Algemene gegevens post A
- Treinaankondiging in post A
Het gele lampje "Akd tr v. WD R.S." brandt en de schel met langzame slag luidt, zolang de trein zich bevindt op het rechter spoor van Woerden tussen het sein 706 bij km. 5.270 en de eindlas voorbij het sein 204.
Het gele lampje "Akd tr v. WD L.S." brandt en de schel met langzame slag luidt, zolang de trein zich bevindt op het rechter spoor van Woerden tussen het sein 703 bij km. 2.730 en de eindlas voorbij het sein 208.
Het gele lampje "Akd tr v. Mas" brandt en de schel met langzame slag luidt, zolang de trein zich bevindt op het rechter spoor van Maarssen tussen het sein 529 bij km. 30.057 en de eindlas voorbij het sein 202.
Een tweede trein kan zich eerst aankondigen, wanneer de voorafgaande trein het geisoleerde gedeelte voorbij het sein 202 heeft verlaten.
Zodra een trein van Blauwkapel over spoor A of B het lichtsein 814 of 816 bij km. 3.256 voorbijrijdt brandt in post A het gele lampje "Akd tr v. Blw" en werkt de zoemer.
Post A kan door het drukken van de drukknop "zoemer ..... zwijgt" de zoemer uitzetten.
Het betreffende gele lampje dooft zodra post A het sein 300 of 298 uit de sand stop heeft gebracht.
Een tweede trein kan zich eerst aankondigen, wanneer de voorafgaande trein het sein 300 of 298 is voorbijgereden.
- Geïsoleerde sporen FF, GG en Eb.
De al dan niet bezet zijn van de geïsoleerde sporen FF, GG en Eb wordt in post A door groene lampjes aangegeven.
Is het spoor onbezet dan brandt het betreffende lampje.
Rijwegen over één van deze sporen kunnen slechts worden ingesteld als het betreffende spoorgedeelte onbezet is.
- Lampje codegevers
Het rode lampje Codegevers brandt zolang de voeding voor het seinbeeld geel flikkerlicht gestoord is.
Als dit lampje brandt is het niet mogelijk om het seinbeeld beperkte snelheid te tonen.
- Schakelaar seinbeeld bep. snelheid
Indien het sein 300 of 298 is bediend voor een beweging op der sporen XI, XII of XIV, kan post A doot het omleggen van de schakelaar in het veld 3 resp. veld 8 het betreffende sein het seinbeeld bep. snelheid laten tonen.
Het spervenster van knop 1 of 7 kan eerst wit worden als de schakelaar in de normale stand is teruggebracht.
- Noodknoppen van Wd en van Mas
Het sein 701 (zijde Wd) en het sein 535 (zijde Mas) kunnen door het drukken van de noodknop "v. Wd RS" resp. "v. Mas" in de stand "stop" worden gebracht.
- Rijrichtingen naar Woerden en Blauwkapel
De ingestelde rijweg wordt aangegeven door de witte venstertjes "Eijrichting ......".
De rijrichtingen worden gewissels door post T, Woerden of Blauwkapel.
Indien de rijrichting van Blauwkapel is ingesteld, is het betreffende lampje "Blok n. Blw ov. sp......." gedoofd.
- Treinen naar en van het aansluitingswissel achter wissel 197 in het hoofdspoor van Woerden R.S.
Post A overtuigt zich er van, dat het venstertje "Rijrichting v. Wd RS" wit is.
Post A drukt de drukknop van het sleutelrelaiskastje aan de rechtzijde van het stelknopoestel waardoor , indien het aankondigingslampje "Akd tr. v. Wd RS" gedoofd is, het sein 702 bij km. 1.700 rood licht toont, het venstertje in het sleutelrelaiskastje blauw wordt en post A de sleutel hieruit kan nemen.
Post A verricht de handelingen voor het vertrek van een trein naar spoor Fa van de sporen I t/m VI en Xa.
Post A overhandigt de sleutel B.197/St 197 met de hieraan bevestigde penning "lastgeving VS tot wissel 197" aan de begeleider die vervolgens met de trein naar de aansluiting vertrekt.
Indien de trein niet moet worden opgesloten, vertrekt het rangeerdeel na afloop van de rangeerbeweging naar Utrecht CS.
Indien wel moet worden opgesloten brengt de begeleider, nadat het rangeerdeel op het aansluitingsspoor is overgebracht de sleutel B.197/St 197 in het slot in het sleutelrelaiskastje bij de aansluiting, waardoor het venstertje van dit sleutelrelaiskastje wit wordt en het sein 702 weer geel licht toont.
Wanneer het rangeerdeel van de aansluiting moet vertrekken drukt de begeleider na toestemming van post A de drukknop in het sleutelrelaiskastje waardoor indien het hoofdspoor van Woerden van km. 5.270 tot aan het wissel 197 onbezet is, het sein 702 weer rood licht toont, het venstertje in het sleutelrelaiskastje blauw wordt en de begeleider de sleutel B.197/St 197 uit het slot kan nemen.
De begeleider verricht de nodige handelingen en vertrekt daarna met het rangeerdeel richting Utrecht CS.
Post A verricht de handelingen voor aankomst van een trein uit de richting Woerden.
Na binnenkomst van het rangeerdeel overhandigt de begeleider de sleutel en penning aan post A.
Tenslotte brengt post A deze sleutel in het slot in het sleutelrelaiskastje, waardoor het venstertje hierin wit wordt en het sein 702 weer geel licht toont.
- Bewegingen naar en van spoor 15
Voor deze bewegingen legt post A de stelknop in veld 65 om.
Zodra post T toestemming verleent, wordt het koppelstroomvenster wit.
Achter deze beweging legt post de stelknop in veld 65 weer normaal.
- Bewegingen van spoor Eb
Voor deze bewegingen legt post A de stelknop in veld 66 om.
Zodra post T toestemming verleent, wordt het koppelstroomvenster wit.
Achter deze beweging legt post de stelknop in veld 66 weer normaal.
Post C
Post C stond aan de zuidzijde van de perrons bij km. 35.332.
In deze post was Siemens & Halske handelinrichting geplaatst.
Post C d.d. 6 oktober 1974.
(Foto: W. Vos)
Post C d.d. 16 februari 1974 (links) en d.d. 13 september 1974 (rechts).
(Foto's: R.T. Jongerius)
De perronsporen gezien vanuit post C (links) en het zuidelijke gedeelte van het emplacement gezien vanuit post C (rechts) d.d. 6 oktober 1974.
Op de rechter foto is op de achtergrond post H zichtbaar.
(Foto's: W. Vos)
De sporen richting post D (links) en het noordelijke gedeelte van het emplacement Utrecht V (rechts) gezien vanuit post C d.d. 6 oktober 1974.
(Foto's: W. Vos)
De zuidzijde van het emplacement met links post C d.d. 6 oktober 1974.
(Foto's: W. Vos)
Een trekdraadgeleiding bij post C (links) en het linksstaande uitrijsein 42 (rechts) d.d. 6 oktober 1974.
(Foto's: W. Vos)
De handelinrichting in post C d.d. 9 februari 1965.
(Foto's: J.G.C. van de Meene)
De handelinrichting in post C d.d. 29 juni 1974 (links en rechts) en d.d. 14 oktober 1974 (midden).
(Foto's: R.T. Jongerius)
De handelinrichting in post C d.d. 6 oktober 1974.
(Foto's: W. Vos)
De blokkast in post C d.d. 6 oktober 1974.
(Foto's: W. Vos)
De blokindicatoren, treinaankondigingen en meldingsvenstertjes in post C d.d. 6 oktober 1974.
(Foto's: W. Vos)
De blokindicatoren, treinaankondigingen en meldingsvenstertjes in post C d.d. 29 juni 1974.
(Foto: R.T. Jongerius)
De blokkast in post C (links) en de blokindicatoren, treinaankondigingen en meldingsvenstertjes in post C (rechts) d.d. 9 februari 1965.
(Foto's: J.G.C. van de Meene)
Een detail van de blokkast in post C.
Op de linker foto is de normale stand van de vensters zichtbaar; op de middelste foto is toestemming van post T ontvangen voor het vertrek naar spoor H en op de rechter foto is bovendien de aankomst van een trein over spoor G mogelijk gemaakt.
(Foto's: R.T. Jongerius)
Het kleppenkastje (links) en een controlelampje voor de spermagneet op het krukje in veld 20 in post C d.d. 14 oktober 1974.
(Foto's: R.T. Jongerius)
De "afsluitlantaarns" langs de sporen IIIb en 4 voor het wissel 75 d.d. 1 oktober 1974.
Deze lantaarns geven de stand van dit wissel aan.
Dit wissel wordt bediend door post C en is normaal vastgelegd in de stand van of naar spoor IIIb.
De nieuwe dwergseinen zijn reeds geplaatst.
(Foto: R.T. Jongerius)
Tekening van de handelinrichting in post C.
(Klik op de tekening voor een vergroting en scroll dan door de tekening)
Post D
Post D stond aan de zuidzijde van het emplacement bij het viaduct in de Westerkade bij km. 36.541 Utrecht - Arnhem en km. 1.315 Utrecht - 's Hertogenbosch.
In deze post was Siemens & Halske handelinrichting geplaatst.
Een goederentrein getrokken door locomotief 1140 bij de passage van post D.
(Foto: J.G.C. van de Meene)
Een reizigerstrein getrokken door een locomotief van de serie 1100 tijdens de passage van post D d.d. 28 augustus 1974.
(Foto: R.T. Jongerius)
De handelinrichting in post D d.d. 13 september 1974.
(Foto: R.T. Jongerius)
De blokindicatoren en treinaankondigingen in post D d.d. 13 september 1974.
(Foto: R.T. Jongerius)
Een detail van de blokkast in post D d.d. 13 september 1974.
(Foto's: R.T. Jongerius)
Tekening van de handelinrichting in post D.
De tekening wijkt op enige details af van de foto's omdat de tekening is gebaseerd op de gegevens uit het BVS Utrecht 1964 en de foto's zijn gemaakt in het jaar 1974.
De vensters die worden gewisseld met post T zijn gelijkstroomvensters.
Post H
Post H stond aan de noordzijde van het goederenemplacement bij km. 35.335.
De oude post H.
(bron: Het Utrechts Archief)
Deze nieuwe post H is met ingang van 11 april 1965 in de plaats gekomen van de oude post H.
In de nieuwe post was een stelknoptoestel bestaande uit 96 velden geplaatst.
De nieuwe post H d.d. 13 september 1974.
(Foto: R.T. Jongerius)
De nieuwe post H d.d. 4 november 1979.
(Foto: W. Vos)
Tekening van het stelknoptoestel in post H.
(Klik op de tekening voor een vergroting en scroll dan door de tekening)
Met de ingebruikname van de NX - beveiliging te Utrecht CS op 24 november 1974 is het toestel in post H ingrijpend gewijzigd.
Voor een beschrijving van deze nieuwe situatie klik hier.
Post K
Post K stond aan de noordzijde van het goederenemplacement bij km. 35.591.
Bij deze post werden de rangeerseinpaal 46 in samenwerking met post D door een hoge handelinrichting en diverse handwissels bediend.
Post K d.d. 9 februari 1965.
(Foto: J.G.C. van de Meene)
De buitenapparatuur bij post K d.d. 8 november 1974.
(Foto's: J.G.C. van de Meene)
Post K d.d. 30 augustus 1974.
(Foto's: R.T. Jongerius)
Tekening van de hoge handelinrichting bij post K.
Met ingang van 4 april 1982 is post K vervallen en is post OZ in dienst gesteld.
Post R
Post R stond aan de zuidzijde van het goederenemplacement bij km. 35.955.
In deze post waren twee Siemens & Halske handelinrichtingen geplaatst.
De zuidzijde van het goederenemplacement met op de achtergrond de nieuwe post R d.d. 10 januari 1957.
(Foto: J.G.C. van de Meene)
Tekening van de handelinrichting in post R.
De handelinrichtingen stonden niet naast elkaar maar tegenover elkaar.
Met ingang van 23 september 1973 is het postperron volledig in gebruik genomen en is post R vervallen.
Alle bedieningshandelingen worden hier beschreven (bestandsgrootte 4.38 mB).
Met ingang van 24 november 1974 is de klassieke beveiliging vervallen en is een NX Integra beveiliging in gebruik genomen.
Voor een beschrijving van de CTC beveiliging van Blauwkapel klik hier.
Voor een beschrijving van de klassieke beveiliging van het station Lunetten klik hier.
Voor een beschrijving van de klassieke beveiliging van het station Maarssen klik hier.
Voor een beschrijving van de NX - beveiliging van het station Woerden klik hier.
Terug naar Home
Terug naar seinhuizen