Enschede / Enschede Oost


Het station Enschede ligt aan de spoorlijn Hengelo - Enschede bij km. 53.500.

Op 1 juli 1866 kreeg Enschede een station aan de spoorlijn Zutphen – Gronau. Het stationsgebouw was het type Staatsspoor nieuw type 3e klasse. Ook Hengelo had van 1866 tot 1899 zo'n station. De huidige stations van Meppel (1865) en Station Zuidbroek (1865) zijn ook van dit type.
Het gebouw werd gekenmerkt door een hoge middenrisaliet met versierde fronton, met uurwerk. Aan weerszijden een lage vleugel. Twee lage gebouwtjes opzij daarvan, verbonden door een muur. Ontwerper van de eerste generatie Waterstaatstations is vermoedelijk de (werktuig)bouwkundige K.H. van Brederode. Geen hoog aangeschreven architect, maar dat werd voor de staat niet van belang geacht. Men bouwde eenvoudigweg naar de smaak van de tijd en voor de rest ging het er vooral om dat de gebouwen "economisch, deugdelijk en functioneel" waren.
Bij het ontstaan van de NS in 1938 werd dit station op 15 mei van dat jaar gesloten.
Op 10 juni 1940 werd het station heropend op dezelfde locatie.
Het huidige stationsgebouw is van na de Tweede Wereldoorlog en werd geopend in 1950. Architect H.G.J. Schelling (1888-1978) ontwierp het station als mix tussen kopstation en parallelstation. Deze laatste functie verloor het in 1980 met de opheffing van de treindienst naar Gronau (Duitsland). Hierdoor ontstond een groot kopstation, waarbij de verschillende stationsdiensten vreemd gelegen waren langs de voormalige internationale sporen.
In het Enschedese wederopbouwplan na de Tweede Wereldoorlog werden grote wijzigingen doorgevoerd in de hoofdwegenstructuur. Hierdoor werd de spoorlijn in westelijke (Hengelose) richting opgehoogd. Een nieuw station was hierdoor noodzakelijk, iets wat ook wenselijk was door de toenmalige ligging. Het oude Staatsspoorstation lag namelijk verder buiten het centrum van de stad dan het huidige.
Architect Schelling ontwierp in de jaren 40 en 50 diverse stationsgebouwen, waaronder die van Hengelo (1951), Zutphen (1952) en Arnhem (1954), die alle zijn gebouwd in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid. Kenmerk van alle stations is het beton met de vele zuilen. Gebruik van beton kwam voort uit de beschikbaarheid van dit materiaal na de oorlog. Het ontvangstgebouw is gericht op de kopsporen. Het gebouw is opgezet uit modules van 5,25 × 5,25 meter. De ontvangsthal is voor Schelling het belangrijkste onderdeel van het station. Niet vanwege haar hoogte, maar vanwege haar openheid. Deze openheid stimuleert hij door open sluitstenen te gebruiken. Door de haakvormige plattegrond wordt vanzelf een stationsplein afgebakend, wat gebruikt wordt voor busverkeer en taxi's. In de jaren 70 werd het busstation verplaatst naar de zijkant van het gebouw, waardoor de hoofdingang nauwelijks meer gebruikt werd en reizigers via de zijtrap het station betraden.

In 2000 werd het station ingrijpend verbouwd. De zijingang verdween en midden in de grote ontvangsthal werd een nieuwe ingang gemaakt.
Sinds 18 november 2001 is er weer een treindienst naar Gronau en Münster/Dortmund. De treinen vertrokken van een nieuw gebouwd perron, en een nieuw aangelegd spoor 5, via de overweg bereikbaar. Na de vernieuwing van het emplacement in 2013, werd dit spoor weer verwijderd en sindsdien vertrekken de treinen op het oostelijke gedeelte van spoor 4 (4b).
Vanwege de verschillende spoorwegbeveiligingssystemen in Nederland en Duitsland sluiten de beide spoorlijnen fysiek niet op elkaar aan. Daarmee is Enschede in feite een dubbel kopstation geworden. Er zijn plannen om een doorgaande verbinding te maken.


Het stationsgebouw van Enschede.
(bron: www. stationsweb.nl)


     

Het emplacement in oostelijke richting gezien vanuit post I met locomotief NS 659 met een gesloten goederenwagen en een voormalig tussenrijtuig Cec van het materieel '24; links het spoor naar Enschede Noord (links)
en het emplacement in westelijke richting gezien vanuit post I met locomotief NS 659 met een gesloten goederenwagen op het viaduct over de Tubantiasingel (rechts) d.d. 22 augustus 1964.
(Foto's: R. Ankersmit)


     

Het emplacement in westelijke richting met het uitrijlichtsein Be (links) en het emplacement in oostelijke richting met goederentrein 4.5288 (Gronau - Enschede op zaterdag), bestaande uit locomotief NS 2309 en ongeveer 50 wagens (rechts) d.d. 22 augustus 1964.
(Foto's: R. Ankersmit)



De dwergseinen 66 en 64, die bij wijze van uitzondering, alleen voor treinbewegingen gelden d.d. 22 augustus 1964.
(Foto: R. Ankersmit)



De perrons en sporen in westelijke richting waar dieseltreinstel NS DE2 83 als trein 7917 uit Zwolle arriveert d.d. 31 mei 1969.
Links post T en rechts achter de goederenwagens de goederenloods van Van Gend & Loos.
(Foto: R. Ankersmit)


     

Treinstel NS DE2 92 als extra trein Hengelo - Enschede bij binnenkomst in Enschede d.d. 4 februari 1967.
Het treinstel was bestemd voor de 'Gaffel Aöskes Expres' (met Prins Carnaval); een extra trein Enschede - Losser. Rechts een seinlamp 'sein 60 veilig' waarmee sein 60 bij spoor IIIb wordt herhaald.
(Foto's: R. Ankersmit)



Goederentrein 4.4897 (Goor - Gronau), bestaande uit locomotief DB 212 019-2 en 25 lege silowagens van het tijdelijke cementvervoer van Erwitte in Duitsland naar Eternit in Goor d.d. 21 september 1968.
De trein staat voor de Van Gend & Loos goederenloods te Enschede.
(Foto: R. Ankersmit)



Het baanvak Gronau - Enschede met goederentrein 4.5279 (Hengelo - Gronau) bestaande uit locomotief NS 2202 en 24 wagens d.d. 14 september 1963.
(Foto: R. Ankersmit)

Gebruikte afkortingen: Blokstelsels: De beveiliging van het station Enschede bestond uit de posten T, I, III, IV en wachtpost 47.
In de posten T, I en III waren Siemens & Halske handelinrichtingen geplaatst; voor een uitleg over de werking van deze toestellen klik hier en in post IV was een blokkast en twee Alkmaarse Handelinrichtingen geplaatst;
voor een uitleg over de werking van de blokkast klik hier en voor een uitleg over de Alkmaarse Handelinrichtingen klik hier.

Opmerkelijk was de combinatie van lichtseinen van het stelsel 1946 en armseinen; de seinen Be, B3, B4, B5, B6, 60, 62, 64 en 66 waren uitgevoerd als lichtseinen terwijl de seinen A 0-6, Av, C, D 3-6 en Dv waren uitgevoerd als armseinen.

De wissels 75A / 75B en 77A / 77B werden bediend vanaf het perron bij deze wissels;
deze wissels konden eerst worden bediend na ontvangst van een sleutel afkomstig uit post T.


De emplacementstekening van Enschede.



Post T

Deze post stond aan de westzijde van de perrons bij km. 53.190.


Tekening van de handelinrichting en de blokkast in post T.



Post I

Deze post stond aan de westzijde van het emplacement bij km. 52.784.


Post I d.d. 22 augustus 1964.
(Foto: R. Ankersmit)




Tekening van de handelinrichting in post I.



Post III

Deze post stond aan de oostzijde van het emplacement bij km. 53.657.
Vanuit de post werd de overweg in de Hengeloschestraat d.m.v. drukknoppen bediend.


Tekening van de handelinrichting in post III.

Enschede Oost



De emplacementstekening van Enschede Oost.



Post IV


Deze post stond bij de overweg in de Oldenzaalschestraat bij km. 54.125.


Post IV.
In het linker deel stond de blokkast en rechts de twee handelinrichtingen.
(Foto: H. Stoltenberg(†))



Tekening van de toestellen in post IV.


Spooraansluitingen Glanerburg en Losser



Wachtpost Glanerbrug met een trein richting Enschede d.d. 4 augustus 1979.
(Foto: J.G.C. van de Meene)




De emplacementstekening van Glanerburg en Losser.




Het kastje van de spooraansluiting welke bij het wissel naar Losser stond.
Het windwerk stond voor de overwegpost.



Te Glanerbrug waren twee spooraansluitingen. Eén van Glanerbrug zelf met een losweg ter hoogte van de overwegpost. Voorheen was hier ook een perron. Voor richting Losser een stukje terug richting Enschede lag een spooraansluiting voor de aansluiting naar Losser. Deze lijn was tot de Tweede Wereldoorlog een tramlijn welke was opgebroken in de oorlog.
Later is deze als normaalspoor tot Losser teruggelegd voor de plaatselijke stoomblekerij. Ter hoogte van de aansluiting naar Losser stond een relaiskast waarin zich het blokkastje voor de aansluiting bevond.

Alle bijzonderheden worden hier beschreven.(bestandsgrootte 741 kB).

Met ingang van 1 juni 1969 is de klassieke beveiliging vervallen in verband van de indienststelling van een NX - CVL beveiliging bediend vanuit Hengelo;
de post IV bleef bestaan en werd hernoemd in Enschede Oost.


Het tableaugedeelte met het station Enschde in de NX-CVL post te Hengelo d.d. 5 maart 1982.
(Foto: W. Vos)

Voor een beschrijving van het station Enschede Oost (na de ombouw) klik hier.

Terug naar Home Terug naar seinhuizen