Breda en Breda Aansluiting

(Klassieke beveiliging)



Het station Breda is het centrale spoorwegstation van de Nederlandse stad Breda. Het bevindt zich ten noorden van het centrum van de stad. Omliggende wijken zijn Belcrum, Drie Hoefijzers en Doornbos-linie.

Het eerste station.

Het eerste station werd gebouwd in 1855 aan de Spoorlijn Roosendaal - Breda. Deze spoorlijn werd gebouwd, omdat niet Breda, maar Roosendaal de verbinding met Antwerpen kreeg op aandringen van investeerder Gilhoul. Het eerste station lag ten westen van de Mark en lag in de verboden kring der vesting Breda. Binnen deze kring mochten geen blijvende gebouwen staan. Dat wil zeggen, dat de gebouwen behorende tot het station Breda van hout moesten zijn. In geval van nood moesten de gebouwen snel afgebroken kunnen worden, of men moest ze gemakkelijk in brand kunnen steken. De spoorlijn lag in het verlengde van het schootsveld van de vesting, opdat er geen aanval op Breda per spoor beraamd kon worden. Het station dat hier werd gebouwd, werd Breda AR genoemd, naar het investeringsmaatschappij (Société Anonyme des chemins de fer d'Anvers à Rotterdam (AR)) die de spoorlijn heeft aangelegd.
Het gebouw heeft er tot 1968 gestaan.

Het tweede station.

Nadat Kabinet-Rochussen op 8 februari 1860 was gevallen door de spoorwegkwestie, trad het nieuwe Kabinet-Van Hall-Van Heemstra al krap twee weken later aan. Dit kabinet besloot om een tiental spoorlijnen in Nederland aan te leggen op kosten van de Staat. Zo zou Spoorlijn Breda - Maastricht (Staatslijn E) aangelegd worden. De spoorlijn kreeg de naam Staatslijn E, en zou bij Station Boxtel aansluiten op de Spoorlijn Utrecht - Boxtel, die bekend werd onder de naam Staatslijn H. Boxtel werd zodoende het spoorwegknooppunt van Noord-Brabant, als compromis tussen de belangen van 's-Hertogenbosch en Eindhoven.
Om zowel de spoorlijn naar Roosendaal als naar Tilburg te kunnen bedienen, moest het emplacement vergroot worden. Het emplacement bij het station van de AR was hiervoor te klein. Ten noorden van de vesting van Breda werd een nieuw station gebouwd, met een groter emplacement. Het station kwam ten oosten van de Mark te liggen op een landengte tussen twee rechtgetrokken grachten. De Kamer van Koophandel Breda probeerde nog de bouw van het nieuwe station te verhinderen, maar slaagde niet in deze opzet.
Ook dit station was net zoals het station van de AR eenvoudig in opzet en van hout, omdat ook dit station in de verboden ring der vesting Breda lag. Vanwege de ligging nabij de vesting Breda werd het revisiebedrijf niet bij het Station Breda gevestigd, maar bij Station Tilburg. Het nieuwe station kreeg de naam Station Breda StaatsSpoorwegen, ofwel Station Breda SS.

Slechting van de vestingwerken.

Breda had de functie als vestingstad reeds in 1868 verloren. De vestingwerken werden gesloopt. Men begon bij het gebied dicht bij het station. Ten noorden van het station werd het Lunet Coehoorn ontmanteld ten behoeve van de verbreding van het emplacement. De Willemstraat werd in 1872 aangelegd en zou als toegangsweg naar het station moeten fungeren. Deze toegangsweg zou moeten vertakken naar de Korte Bosschtraat en de ander zou rechtdoor door het huidige Park Valkenberg naar het Kasteel van Breda. Dit hield de Minister van Oorlog tegen, omdat hij grond wilde afstaan voor een ontsluitingsweg naar het station. Voor het station werd een plein gerealiseerd van 40 meter breed en 200 meter lang.

     

De overweg in de Vuchtstraat met wachtpost 2, woning 2 en het inrijsein J 1,3,4,9-10 en het voorsein Fv3d.d. 13 juli 1963 (links)
en het emplacement gezien in westelijke richting met op spoor 3 diesellocomotief NS 2477 van het depot Eindhoven met een rangeerdeel voor de CSM-suikerfabriek d.d. 7 november 1961 (rechts).
(Foto's: R. Ankersmit)


     

De zaterdagse militaire verlofgangerstrein 11103 (Vlissingen - Arnhem), bestaande uit de locomotieven NS 2205 en 2210 en tien personenrijtuigen, vooral uit de serie C 6400 d.d. 29 juni 1957 (links)
en de lege huisvuiltrein (VAM) 4722 (Helmond - Den Haag Loosduinseweg), getrokken door locomotief NS 1007 d.d. 7 november 1961 (rechts).
(Foto's: R. Ankersmit)


     

De passage van containertrein 223898 van Rotterdam Waalhaven naar Kaldenkirchen via Venlo getrokken door locomotief NS 1503 d.d. 6 september 1972 (links)
en de aankomst van reizigerstrein 383 (Roosendaal - Arnhem) getrokken door locomotief NS 1222 op spoor 1 d.d. 7 november 1961 (rechts).
(Foto's: R. Ankersmit)


     

Het eerste deel van het nieuwe verhoogde emplacement aan de westelijke zijde met rechts de oude sporen en Post T,
die over enkele dagen buiten gebruik zullen worden gesteld om plaats te maken voor het tweede deel van het verhoogde spoor (links)
en de sporen ongeveer halverwege Breda Aansluiting en Breda bij de (i.v.m. Breda-Hoog al gedeeltelijk opgebroken) spooraansluitingen naar de ETNA fabrieken
met de passage van een vierrijtuigstel materieel '46 richting Roosendaal of Rotterdam d.d. 7 september 1972 (rechts).
(Foto's: R. Ankersmit)


     

De westzijde van het emplacement gezien in oostelijke richting met links de wagens voor de suikerfabriek
en rechts de spooraansluiting naar de Etna fabriek en de gebouwen van de Boerenbond d.d. 7 november 1961 (links)
en de Markbrug met de brugpost Mbr en de gesloten overweg in de Markkade even buiten het station Breda
kort voor de buitendienststelling d.d. 7 september 1972 (rechts).
(Foto's: R. Ankersmit)


     

Het treinstel NS ElD5 806 als trein 1226 (Venlo - Rotterdam - Amsterdam) ter hoogte van Breda aansluiting met links woning 4 en rechts het seinhuis Bda (links)
en de sporen bij de splitsing van de sporen richting Roosendaal (links) en Lage Zwaluwe (rechts) (rechts) d.d. 7 november 1961.
(Foto's: R. Ankersmit)


     

De goederentrein 4537 (Rotterdam Zuid Goederenstation - Roosendaal - Eindhoven) getrokken door locomotief NS 1009 met (onder andere) 19 lege groepswagens (GW) en 39 lege open goederenwagens (links)
en de aansluiting van het raccordement naar de N.V. Internationale Betonbouw en de N.V. Hollandsche Kunstzijde Industrie Breda in de spoorlijn Breda - Lage Zwaluwe
gezien in zuidoostelijke richting met de karakteristieke Brabantse betonnen bovenleidingportalen (rechts) d.d. 7 november 1961.
(Foto's: R. Ankersmit)

Gebruikte afkortingen: Blokstelsels: De vensters, behorende tot deze blokstelsels, bevinden zich voor de baanvakken Roosendaal - Breda Aansluiting, Lage Zwaluwe - Breda Aansluiting en Breda Aansluiting - Breda in de posten Bda en T en voor het baanvak Breda - Gilze = Rijen in post I.


De emplacementstekening van Breda.



De emplacementstekening van Breda Aansluiting met alle spooraansluitingen.


De beveiliging van het station Breda bestond uit de posten T, I, Mbr en Bda.
In alle posten was een Siemens & Halske handelinrichting geplaatst; voor een uitleg over de werking van deze toestellen klik hier.

Medewerking

Zonder de medewerking van post I kan geen trein aankomen van Roosendaal en Lage Zwaluwe.
Zonder de medewerking van post T kan geen trein aankomen van Gilze = Rijen.

Rood-wit geschilderde palen

De volgende seinen hebben rood-witte palen en gelden dus ook rangeerbewegingen:
F1, F2, F3, G1, G3, G4-5 en Gj.

Waarschuwingslicht (sein SR 241)

Ter hoogte van het inrijsein D1-4,9,10 kan het gele waarschuwingslicht (sein SR 241) worden getoond.
Dit waarschuwingslicht gaat automatisch branden bij binnenkomst op het kopspoor II.

Treinaankondiging in wachtpost 2

Zodra de schel luidt en het witte lampje in de drukknop "Tr. v. Bd I n. Gz." of / en "Tr. v. Gz n. Bd I" brandt, sluit de wachter in wachtpost 2 de overwgbomen.
Vervolgens drukt hij de knop, waarin het witte licht brandt, waardoor het witte lampje in de knop dooft, de schel zwijgt en de treinaankondiging in werking wordt gesteld en aan post I de verlangde medewerking wordt verleend.
Zodra de trein de geïsoleerde spoorstaaf in de overweg Vughtstraat is overgereden wordt de treinaankondiging weer normaal, waarna de overwegbomen kunnen worden geopend.
Als de overwegbomen niet kunnen worden geopend, nadat de beide groene lampjes voor de treinaankondiging zijn gaan brande, dan kan de wachter in wachtpost 2 door het ontzegelen en indrukken van de noodknop de overwegbomen vrijmaken.

Wisselvensters

Voor een trein van Roosendaal of Lage Zwaluwe moeten de wisselvensters in de posten T en Bda vrij (wit) zijn.
Voor een trein naar Roosendaal of Lage Zwaluwe moeten de wisselvensters in de posten T en Bda vrij (wit) zijn.

Beperkingen voorseinbediening

In post T mag het voorsein Cv pas worden bediend als het betreffende seinmeldingsvenstertje wit toont.
In post I mag het voorsein Fv3 pas worden bediend als de desbetreffende schel heeft geluid.
Als de schel bij het bedienen van het toestel achter een trein weer gaat luiden, dan wordt aangegeven dat het handel voor het voorsein in de normale stand kan worden teruggelegd; de schel stopt dan met luiden.

Het openen en sluiten van de brug over de Mark

Wanneer de brug geopend moet worden, kondigt de wachter in de post Mbr dit aan de treindienstleider in post T aan.
De treindienstleider in post T legt het krukje in veld in veld 6 om en bedient het brugvenster in veld 6 waardoor in de post Mbr het brugvenster in veld 4 vrij wordt.
De wachter in de post Mbr legt het krukje in veld in veld 4 om, neemt de sleutel "H.Bov1" uit het slot in de handelinrichting en brengt de daaraan bevestigde sleutel "Bov1" in het slot aan de bovenleidingsschakelaars.
De wachter in de post Mbr legt de schakelaars om, neemt de vrijkomende sleutel "Bov2" uit het andere slot hieraan en brengt de daaraan bevestigde sleutel "Br" in het z-slot op de seinschieter van het brugslot, waarna de seinschieter in het brugslot gebracht wordt en de brug kan worden geopend.

Voor het sluiten van de brug worden de handelingen in omgekeerde volgorde verricht.

De bediening van de overweg in de Belcrumweg

Wanneer deze overweg gesloten moet worden, legt de wachter in de post Mbr de stelknop in veld 4 om, waardoor de rode knipperlichten voor het wegverkeer gaan branden.
Vervolgens legt hij de stelknoppen in de velden 2 en 3 om, waardoor de overwegbomen gesloten worden.
Tenslotte lgt hij voor een rangeerbeweging bovendien de stelknop in veld 5 om, waardoor het draaiseinbord "O" het seinbeeld "overweg gesloten" toont.
Voor het openen van de overweg worden de handelingen in omgekeerde volgorde verricht.

Post T

Post T stond aan de westzijde van het emplacement bij km. 0.209 Breda - Eindhoven en km. 23.645 Roosendaal - Breda.


Tekening van de handelinrichting in post T



Post I

Post I stond aan de oostzijde van het emplacement bij km. 0.860.


Tekening van de handelinrichting en het stelknoptoestel in post I



Post Mbr

Post Mbr stond aan de westzijde van het emplacement bij de overweg in de Markkade bij km. 23.413.


Tekening van de handelinrichting en het stelknoptoestel in post Mbr

Vanuit de post worden de overwegbomen in de Markkade (km. 0.000) d.m.v. een windwerk en in de Belcrumweg (km. 0.065) d.m.v. een stelknoptoestel bediend.


Post Bda

Post Bda stond bij de splitsing van de spoorlijnen richting Lage Zwaluwe en Roosendaal bij km. 22.343.


Tekening van de handelinrichting in post Bda

Vanuit de post worden de overwegbomen in de Leegstraat (km. 1.521) d.m.v. drukknoppen bediend; deze overweg is m.b.v. spermagneten op de krukje in de velden 5 of 6 en 8 of 9 in de beveiliging opgenomen.

De tekeningen van de toestellen kunnen op details afwijken van de werkelijkheid omdat de gebruikelijke toesteltekeningen niet aanwezig waren in het BVS; de tekeningen zijn daarom zo goed mogelijk gereconstrueerd aan de hand van de tekst in het BVS.

Bedieningshandelingen

Aankomst van een trein van Lage Zwaluwe of Roosendaal op de sporen 1, II, III, 4, 9 en 10
  1. De wachter in de blokpost Nvbr of Lb vraagt Bda om ontblokking voor de trein.
  2. De wachter in de post Bda ontblokt Nvbr of Lb en vraagt T ontblokking voor de trein.
  3. De treindienstleider in post T bedient het ontblokvenster (37) met de blokknopsper (37b) en het voorbijgangsvenster (36 of 38), waardoor bij Bda het blokvenster (9 of 8) vrij wordt.
  4. De wachter in de post Bda sluit de overwegbomen, drukt de knop "Vrijm. kr. 8 of 9", waarna het lampje "Sperm. 1" gaat branden.
  5. De wachter in de post Bda legt tijdens het gedrukt houden van de knop "Vrijm. 8 of 9" voor een trein van Lage Zwaluwe het krukje (9) en het handel A/(Dv.l) om, daarna het krukje (10) en het handel Av om of voor een trein van Roosendaal krukje in veld (8) en het handel B/(Dr.l), daarna krukje(7) en het handel Bv om.
  6. De treindienstleider in post T kondigt I de trein aan, legt het krukje (29R, 29L, 30L, 30R, 31L of 31R) om en bedient het treinrichtingsvenster (29, 30 of 31), waardoor bij I het treinrichtingsvenster (11, 10, 12, 13, 14 of 15) vrij wordt.
  7. De wachter in post I legt het krukje in veld 11, 10, 12, 13, 14 of 15 om en bedient het aankomstvenster (9), waardoor bij T het aankomstvenster (32) vrij wordt.
  8. De treindienstleider in post T kondigt Mbr de trein aan.
  9. De wachter in de post Mbr legt voor een trein op de sporen 1 en II of III, 4, 9 en 10 het krukje( 6l of 6r) om en bedient het treinrichtingsvenster (6), waardoor bij T het treinrichtingsvenster (34 of 35) vrij wordt.
  10. De treindienstleider in post T legt het krukje (34 of 35) om en bedient het aankomstvenster (33), waardoor bij Mbr het aankomstvenster (5) vrij wordt.
  11. De wachter in post Mbr legt het krukje (5) en het handel D1-4,9,10/(Dv) om.
  12. Wanneer de wachters in de blokpost Nvbr of Lb achter de trein de voorgeschreven handelingen hebben verricht, wordt in de post Bda het voorbijgangsvenster (13 of 11) vrij.
  13. Wanneer de trein de geïsoleerde spoorstaaf in het hoofspoor nabij wissel 2 berijdt, wordt bij Bda de blokknopsper (8b) vrij.
  14. Achter de trein opent de wachter in de post Bda de overwegbomen waardoor het lampje "Sperm. 1" dooft.
  15. De wachter in de post Bda brengt de toestellen in de normale stand terug, en bedient het blokvenster (8 of 9) met de blokknopsper (8b), waardoor bij Bda het ontblokvenster (12 of 10) en bij T het voorbijgangsvenster (38 of 36) vrij worden.
  16. Wanneer de trein de geïsoleerde spoorstaaf voorbij de overweg bij km 0.065 berijdt wordt bij T blokknopsper (37b) vrij.
  17. Achter de trein brengen alle posten de toestellen in de normale stand terug.
  18. Wanneer de treindienstleider in post T het aankomstvenster (32) bedient, wordt tevens bij hem het ontblokvenster (37) vrij.
Vertrek van een trein naar Gilze = Rijen van de sporen 1, III, 4-5 en 7-12 over spoor J.
  1. De wachter in post I vraagt de wachter in blokpost 54 om ontblokking voor de trein.
  2. De wachter in blokpost 54 maakt bij I het blokvenster (7) vrij.
  3. De wachter in post I drukt de drukknop "Tr akd n. Gz wp 2", waardoor in wachtpost 2 de schel gaat luiden en het witte lampje in de drukknop "Tr v. Bd I n. Gz" gaat branden,
  4. Als de wachter in wachtpost 2 de voorgeschreven handeling verricht heeft, gaat bij I het witte lampje "Medew. wp 2 n. Gz" en het groene lampje "Naar Gz" branden.
  5. De wachter in post I legt het krukje in veld 1l, 1r, 2l of 5 en vervolgens het krukje in veld 7 en het handel H om.
  6. Vervolgens legt de wachter in post I voor een trein:
    - van spoor 1 het handel G1 om;
    - van spoor III het handel G3 om;
    - van de sporen 4 en 5 krukje in veld 3 en het handel G4,5 om;
    - van spoor J krukje in veld 4 en handel Gj om.
  7. Wanneer de trein de geïsoleerde spoorstaaf in spoor F nabij sein H overgereden is, wordt bij I het gelijkstroomvenster "Wisselstr. n. Gz" (8) vrij, waarna de wachter in post I het krukje in veld 8 hetgeen normaal omgelegd is, teruglegt.
  8. Wanneer de trein de geïsoleerde spoorstaaf in de overweg Vughtstraat berijdt, doven bij I de lampjes "Medew. wp 2 n. Gz" en "Naar Gz".
  9. Indien de wachter in post I het blokvenster (7) bedient voordat de trein deze geïsoleerde spoorstaaf is overgereden, dooft het groene lampje "Naar Gz" reeds hierdoor.
  10. Achter de trein brengt de wachter in post I, en zo nodig ook T, de toestellen in de normale stand terug, legt krukje in veld 8 weer om en bedient het blokvenster (7) met het gelijkstroomvenster "Wisselstr. n. Gz" (8), waardoor in de blokpost 54 het betreffende venster vrij wordt.
Aankomst van een trein van Gilze = Rijen op de sporen 1, III, 4, 9 en 10
  1. De wachter in de blokpost 54 vraagt I om ontblokking voor de trein.
  2. De wachter in post I ontblokt 54, kondigt T de trein aan, legt het krukje in veld 17, 18L, 18R, 19L of 19R om en bedient het treinrichtingsvenster (17, 18 of 19), waardoor bij post T het treinrichtingsvenster (23, 24, 25, 26 of 27) vrij wordt.
  3. De treindienstleider in post T legt het krukje in veld 23, 24, 25, 26 of 27 om en bedient het aankomstvenster (22), waardoor bij post I het aankomstvenster (16) vrij wordt.
  4. De wachter in post I drukt de drukknop "Tr akd. v. Gz wachtpost 2, waardoor in wachtpost 2 de schel gaat luiden en het witte lampje in de drukknop "Tr v. Gz n. Bd I" gaat branden.
  5. Indien de wachter in wachtpost 2 de voorgeschreven handelingen verricht heeft, gaat in post I het witte lampje "Medew. wp 2 v. Gz" en het groene lampje "Van Gz" branden.
  6. De wachter in post I legt het krukje in veld 20 en het handel J1,3,4,9,10, daarna krukje in veld 23 en handel Jv om.
  7. Wanneer de wachter in blokpost 54 achter de trein de voorgeschreven handelingen verricht, wordt in post I het voorbijgangsvenster (21) vrij.
  8. Wanneer de trein de geïsoleerde spoorstaaf in de overweg Vughtstraat berijdt, doven in post I de lampjes "Medew. wp 2 v. Gz" en "Van Gz".
  9. Wanneer de trein de geïsoleerde spoorstaaf in het hoofdspoor van Gilze = Rijen ter hoogte van wissel 1b berijdt, wordt in post I de blokknopsper (20b) vrij.
  10. Achter de trein brengen de posten I en T de toestellen in de normale stand terug.
  11. Wanneer de wachter in post I het aankomstvenster (16) bedient, wordt tevens bij hem het ontblokvenster (20) vrij.
Vertrek van een trein naar Roosendaal of Lage Zwaluwe van de sporen I, II, III, 10 en 4-9, 14
  1. T vraagt Bda ontblokking voor de trein.
  2. De wachter in post Bda legt het krukje in veld 4 om en bedient het voorbijgangsvenster (2) met het ontblokvenster (3) en het gelijkstoomvenster "Wsselstr.v.Bd" (4) waardoor in post T het blokvenster (1) vrij wordt.
  3. De treindienstleider in post T kondigt Mbr de trein aan.
  4. De wachter in post Mbr legt voor een trein over spoor A of B krukje (1 of 2) om en bedient het treinrichtingsvenster (3), waardoor bij T het treinrichtingsvenster (3 of 4) vrij wordt.
  5. De treindienstleider in post T legt voor een trein van spoor I of II krukje in veld 39 of 38 en daarna het krukje (3) om of voor een trein van spoor III, 10 of van de sporen 4-9, 14 het krukje in veld 40, 33 of 10 en vervolgens het krukje in veld 4 om.
  6. Hierna legt de treindienstleider in post T het krukje (1) en het handel E om en vervolgens het handel Fl, F2, F3, F10 of P4-9 en 14 om.
  7. Voor een doorrijdende trein over spoor III legt I, zodra de schel met langzame slag "Fv3" begint te luiden, het krukje (16) en het handel "Fv3" om, waarna de schel met langzame slag ophoudt te luiden.
  8. De wachter in de post Bda vraagt Lb of Nvbr om ontblokking voor de trein.
  9. De wachter in de blokpost Lb of Nvbr maakt bij Bda het blokvenster (6 of 5) vrij.
  10. De wachter in de post Bda sluit de overwegbomen, drukt de knop "Vrijm. kr 5 of 6" waarna het lampje "Sperm. 2" gaat branden.
  11. De wachter in de post Bda legt tijdens het gedrukt houden van de knop "Vrijm. sperm. 2" het krukje (5 of 6) en daarna handel Cr/(Cv) of Cl/(Cv) om.
  12. Zodra het seinmeldingsvenstertje "Cv" wit toont, legt T krukje (13) en het handel (Cv) om, waarna het seinmeldingsvenstertje "Cv" weer rood toont.
  13. Wanneer de trein de geïsoleerde spoorstaaf in het hoofdspoor voorbij wissel 16 overgereden is, wordt bij T het gelijkstroornvenster "Wisselstr. n. Bda" (2) vrij, waarna T krukje 2, hetgeen normaal omgelegd is, teruglegt.
  14. Achter de trein brengen T en Mbr de toestellen in de normale stand terug, legt de treindienstleider in post T het krukje (2) weer om en bedient het hij het blokvenster (1) met het gelijkstroomvenster "Wisselstr. n. Bda" (2), waardoor bij Bda het voorbijgangsvenster (2) vrij wordt.
  15. Wanneer de trein de geïsoleerde spoorstaaf in het hoofdspoor naar Roosendaal of Lage Zwaluwe voorbij wissel 1 overgereden is, wordt bij Bda het gelijkstroomvenster "Wisselstr.v. Bd" (4) vrij, waarna Bda krukje in veld 4 in de normale stand teruglegt.
  16. Achter de trein opent Bda de overwegbomen; het lampje "Sperm. 2" dooft.
  17. De wachter in de post Bda brengt de toestellen in de normale stand terug en bedient hij het blokvenster (6 of 5), waardoor bij hem het ontblokvenster (3) en bij de blokposten Lb of Nvbr het desbetreffende venster vrij wordt.
Rangeerdelen naar en van de aansluitingen Onderstation, "N.V. Hollandsche Kunstzijde Industrie" en "N.V. Internationale Betonbouw"
  1. De treindienstleider in post T kondigt het rangeerdeel aan Mbr en Bda aan.
  2. De wachter in de post Mbr legt het krukje (2) om en bedient het treinrichtingsvenster (5), waardoor bij T het treinrichtingsvenster (4) vrij wordt.
  3. De wachter in de post Bda overtuigt zich ervan dat de voorafgaande trein richting Lage Zwaluwe gepasseerd is, legt krukje (14) om en bedient het wisselvenster(14), waardoor bij T het wisselvenster (7) vrij wordt.
  4. De treindienstleider in post T legt het krukje in veld 7 om, neemt de sleutel H.3/4.A/StA uit het slot aan het bedieningstoestel en overhandigt deze sleutel met de hieraan bevestigde penning met opschrift: "Lastg. STS E en Cl terug naar Bd" aan de begeleider.
  5. De treindienstleider in post T legt de wissels in de juiste stand ,stelt indien voor het vertrekspoor een rood-witte seinpaal geldt, deze op "voorbijrijden toegestaan" en geeft de begeleider opdracht tot vertrek.
  6. Na afloop van de rangeerbewegingen bij de aansluiting, sluit de begeleider de wissels of het wissel en stop-ontspoorblok in de normale stand en vertrekt met de trein in het bezit van de sleutel over verkeerd spoor naar Breda.
  7. De trein stopt ter hoogte van sein D1-4,9,10 en mag eerst na telefonische toestemming van de treindienstleider in post T verder rijden.
  8. Na binnenkomst overhandigt de begeleider de sleutel H.3/4.A/StA aan de treindienstleider in post T, waarna hij deze sleutel in het betreffende slot aan het bedieningstoestel brengt.
  9. Hierna brengen T, Mbr en Bda de toestellen in de normale stand terug.
Rangeerdelen naar en van de aansluitingen "Etna" en "Boerenbond"
  1. T kondigt Mbr en Bda het rangeerdeel aan.
  2. De wachter in de post Mbr legt de wissels in de juiste stand.
  3. De wachter in de post Bda legt het krukje in veld 1 om en bedient het wisselvenster (1), waardoor bij T het wisselvenster (8) vrij wordt.
  4. De treindienstleider in post T legt het krukje in veld 8 om, neemt sleutel H.5/St5 waaraan bevestigd de sleutel B.5/St5 uit het slot aan het bedieningstoestel en overhandigt deze sleutels met de hieraan bevestigde penning met opschrift "Lastg. VS tot aansl." aan de begeleider.
  5. T legt de wissels in de juiste stand, overtuigt zich er telefonisch bij Mbr van dat deze de wissels in de juiste stand heeft gelegd en geeft de begeleider opdracht tot vertrek over verkeerd spoor.
  6. Moet de trein bij de Etna of Boerenbond opgesloten worden, dan sluit de begeleider het wissel en het stopontspoorblok, nadat de nodige rangeerbewegingen zijn uitgevoerd en de trein de aansluiting geheel opgereden is, en brengt de sleutel B.5/St5 in het sleutelrelaiskastje in de post Aansl. Etna, waardoor het bijbehorende venstertje wit wordt en meldt dit per telefoon aan de treindienstleider in post T.
  7. De treindienstleider in post T drukt de knop aan het sleutelrelaiskastje, waardoor het bijbehorende venstertje blauw wordt, neemt de sleutel B1.5/St5 uit het slot en brengt de hieraan bevestigde sleutel H1.5/St5 in het slot aan het bedieningstoestel en bedient het wisselvenster (8), waardoor bij Bda het wisselvenster (1) vrij wordt.
    De wachter in de post Bda legt het krukje in veld 1 terug, waarna er weer treinbewegingen van Breda Aansluiting mogelijk zijn.
  8. Moet de trein naar Breda terugkeren, dan vraagt de begeleider hiertoe toestemming aan de treindienstleider in post T.
  9. De wachter in de post Bda legt het krukje in veld 1 om en bedient het wisselvenster (1), waardoor bij T het wisselvenster (8) vrij wordt.
  10. De treindienstleider in post T neemt de sleutel H1.5/St5 uit het slot aan het bedieningstoestel en brengt de daaraan bevestigde sleutel B1.5/St5 in het sleutelrelaiskastje, waardoor het bijbehorende venstertje wit wordt en meldt dit per telefoon aan de begeleider.
  11. De begeleider drukt de knop aan het sleutelrelaiskastje, waardoor het bijbehorende venstertje blauw wordt, neemt de sleutel B.5/St5 uit het slot en voert de nodige rangeerbewegingen uit.
  12. Na afloop van de rangeerbewegingen sluit de begeleider het wissel en stopontspoorblok in de normale stand en meldt dit per telefoon aan de treindienstleider in post T.
  13. T, I en Mbr verrichten de handelingen voor de aankomst van een trein uit de richtingen Lage Zwaluwe of Roosendaal.
  14. Na de binnenkomst van het rangeerdeel overhandigt de begeleider de sleutel H.5/St5 aan de treindienstleider in post T, waarna hij deze sleutel in het slot in de handelinrichting brengt.
  15. Tenslotte brengen de treindienstleider in post T en de wachter in de post Mba de toestellen in de normale stand terug.
Rangeerdelen naar en van de aansluitingen "Loda", "Molenschot" en "Hero
  1. Deze rangeerdelen mogen slechts rijden, indien de begeleider in het bezit is van de sleutel H.31/St31,43/St43,34/St34,waaraan bevestigd de gemeenschappelijke sleutel St31,St43,St34 en de sleutel B34/St34 en penning met opschrift "Lastg. STS H,VS terug naar Bd" welke hij van 1 ontvangt, nadat de wachter on post I zich telefonisch overtuigd heeft, dat de voorafgaande trein de blokpost 54 gepasseerd is.
  2. De wachter in post I legt de wissels in de juiste stand, legt het desbetreffende spoorkrukje in veld en het seinhandel om, overhandigt de begeleider de bovengenoemde sleutels en geeft de begeleider opdracht tot vertrek.
  3. Moet een trein bij de Hero opgesloten worden, dan sluit de begeleider het wissel en het stop-ontspoorbtok in de normale stand nadat het rangeerdeel de aansluiting geheel opgereden is en brengt de sleutel B.34/St34 in het sleutelrelaiskastje in de post Aansl. Hero, waardoor het bijbehorende venstertje wit wordt en meldt dit per telefoon aan de wachter in post I.
    De wachter in post I meldt dit aan de treindienstleider in post T.
  4. De wachter in post I drukt de knop aan het sleutelrelaiskastje, waardoor het bijbehorende venstertje blauw wordt, neemt de sleutel B1.34/St34 uit het slot en brengt de hieraan bevestigde sleutel H1.31/St31,43/St43,34/St34 in het slot aan de handelinrichting, waarna er weer treinbewegingen naar Gilze = Rijen mogelijk zijn.
  5. Moet de trein naar Breda terugkeren, dan vraagt de begeleider hiertoe telefonisch toestemming aan de wachter in post I.
  6. De wachter in post I neemt de sleutel H1.31/St31,43/St43,34/St34 uit het slot aan de handelinrichting, en brengt de daaraan bevestigde sleutel B1.34/St34 in het sleutelrelaiskastje, waardoor het bijbehorende venstertje wit wordt en meldt dit per telefoon aan de begeleider.
  7. De begeleider drukt de knop aan het sleutelrelaiskastje, waardoor het bijbehorende venstertje blauw wordt, neemt sleutel B.34/St34 uit het slot en voert de nodige rangeerbewegingen uit.
  8. Na afloop der rangeerbewegingen vertrekt de begeleider in het bezit van de sleutel met de trein over verkeerd spoor naar Breda.
  9. De trein stopt ter hoogte van sein J1,3,4,9,10 en mag eerst na telefonische toestemming van de wachter in post I verder rijden.
  10. Na binnenkomst overhandigt de begeleider de sleutel H.31/St31, 43/St43, 34/St34 aan de wachter in post I, waarna deze de sleutel in het slot aan het bedieningstoestel brengt.
Rangeerdelen naar de aansluiting "Suikerfabriek Wittouck" welke aldaar moeten worden opgesloten.
  1. De begeleider van het rangeerdeel brengt, als het rangeerdeel geheel op de aansluiting "binnen" is, de sleutel H.16/15 in het slot aan het bloktoestel in de post Aansluiting Suikerfabriek Wittouck en bedient het wisselvenster (1), waardoor bij T het wisselvenster (5) vrij wordt.
  2. De treindienstleider in post T legt het krukje in veld 5 om, waarna weer treinen kunnen rijden naar Roosendaal of Lage Zwaluwe.
  3. Wanneer het rangeerdeel weer van de aansluiting moet vertrekken, legt de treindienstleider in post T het krukje in veld 5 normaal en bedient hij het wisselvenster (5) waardoor in de post Aansl. Suikerfabriek Wittouck het wisselvenster (1) vrij wordt.
  4. De begeleider neemt sleutel H.16/15 uit het slot en vertrekt met het rangeerdeel naar Breda, alwaar hij de sleutel H.16/15 aan de treindienstleider in post T overhandigt.

De klassieke beveiliging is met ingang van 10 september 1972 vervallen in verband met de indienstelling van een V-NX beveiliging; voor een beschrijving van deze beveiliging klik hier.

Voor een beschrijving van de blokpost Liesbosch klik hier.
Voor een beschrijving van de blokpost Nieuwe Veerbrug klik hier.
Voor een beschrijving van de blokpost 54 klik hier.

Terug naar Home Terug naar seinhuizen