Blokstelsels



Detail van de blokkast van Wijlre post T. De blokvensters van het blokstelsel geven aan dat er een trein mag vertrekken van Wijlre naar Simpelveld.



Begripsomschrijvingen:
Een lijst met begrippen welke in de komende artikelen worden gebruikt.
Blok:
Een gedeelte spoorweg begrenst door seinen, waarvan aan het begin een aanwijzing omtrent de toegang van dat gedeelte van de spoorweg.

Blokstelsel:
Een beveiliging van de vrije baan tegen achterop rijden en botsen van treinen door indeling in blokken met een seingeving en / of systeem van berichtenwisseling per spreekverbinding, waarmee beoogd wordt te voorkomen dat tegelijkertijd meer dan één trein zich in een blok bevindt.

Normale stand:
De stand van een inrichting volgens de bedieningsvoorschriften.
meestal weergegeven door middel van een tekening


Linker spoor rijden.
Bij dubbel spoor het op het linker spoor rijden. Gebruikelijk is om rechts te rijden. Linker spoor geeft niet de richting aan maar of er tegen de normale richting in gereden wordt. Meestal gerealiseerd door bijzondere handelingen.

Verkeerd spoor rijden:
Rijden op een spoor tegen de normale rijrichting in. Meestal gerealiseerd door bijzondere handelingen.

Gesloten blokstelsel:
Blokstelsel waarbij de normale stand van de seinen in de stand stop is. Ook moet eerst toestemming (via sein of mondelinge opdracht) gevraagd worden om de toegang tot het blok te verkrijgen.

Open blokstelsel:
Blokstelsel waarbij de normale stand van de seinen uit de stand stop is. Bij enkel spoor is er maar in één richting toestemming. Om de rijrichting te keren van het blokstelsel moet toestemming worden gevraagd.

BVS:
Bedieningsvoorschrift voor beveiligings inrichtingen. Onder BVS kunnen vallen:

Soorten blokstelsels en hun toepassingen:

Enkelspoor Dubbel spoor Uitschakelbaar
Blokposten met de bovenstaande blokstelsels voor dubbelspoor waren uitschakelbaar. Dit werd vaak gedaan bij baanvakken waar het niet de hele dag druk was en men in de daluren toch wilde rijden en de post niet nodig had (nachtdienst).
De meest voorkomende methode voor het uitschakelen van een post was voor dubbel spoor het eenvoudigst. Daar werd voor blokstelsel I en II in de normale stand de schakelaar, sleutel of wekknop omgezet zodat de post was uitgeschakeld. Bij blokstelsel III moest eerst worden ontblokt. Aan deze handeling hing een strenge procedure vast die een goede communicatie met de nevenposten vereiste.
Blokposten bij enkelspoor waren niet uitschakelbaar.

Onderdelen blokstelsel:
Blokstelsel d.m.v bloksloten
Blokstelsels uitgevoerd met bloksloten hebben een aantal vaste onderdelen. Allereerst een wekker waarmee kan worden gecommuniceerd met de volgende post. Daarnaast waren er uiteraard de bloksloten. Bij enkelspoor was er altijd een enkelspoorvenster en een blokvenster aanwezig. Bij dubbel spoor op zijn minst een blokvenster aangevuld met een voorbijgang- en een ontblok-blokslot. Dit afhankelijk van het blokstelsel. Het blokvenster zat altijd gekoppeld aan het sein dat toegang gaf aan het volgende blok.
Wat ook niet ontbrak waren eenmalige bedieningen op de blokseinhandels en elektromechanische sperren op de voorbijgangsvensters.

Relaisblokstelsel:
Bij relaisblokstelsel was er een grote overeenkomst met de blokstelsels d.m.v bloksloten. De benamingen kwamen n.l. overeen. Alleen waren de bloksloten dan vervangen door relais. Wat wel bleef bij bloktoestellen met handels was het blokvenster.

Voorbeelden:


De handelinrichtingen van Maastricht Boschpoort (links) en Waterhuizen Aansluiting (rechts).



Hier boven zijn twee voorbeelden van blokstelsel te zien. In totaal zijn drie verschillende blokstelsels afgebeeld. Bij Maastricht Boschpoort is een relaisblokstelsel A voor enkelspoor gebruikt. De reden hiervan zal waarschijnlijk zijn geweest dat op Post T te Maastricht geen blokkast stond en vanwege het zicht op de post men dit niet wilde. De stand van het blokstelsel is weergeven door middel van lampjes op het paneel naast de blokkast. Het zijn acht lampjes met de onderschriften Enkelspoor (Enk sp), Blok naar Mt, Voorbijgang bij Mt (Vbg bij Mt) en Trein van Mt. Trein van relais is kenmerkend voor een relaisblokstelsel. Relaisblokstelsel werkte naast een ontblokknop met geïsoleerde lassen bij de in- en uitrijseinen.
Naast Maastricht Boschpoort staat Waterhuizen aansluiting (bij Groningen) Hier zijn maar liefs twee blokstelsel geweest. Op de lijn van Groningen naar Zuidbroek was nl. blokstelsel III voor dubbelspoor gemaakt. De verbindingsboog van Waterhuizen aansluiting naar Onnen Goederen was enkelspoor en werd beveiligd door Blokstelsel A. Het toestel zit een beetje door elkaar. De bloksloten voor blokstelsel A zijn hier: Blok naar On, Voorbijgang bij On en Enkelspoor On. Voor richting Groningen waren Blok naar Gnl, Voorbijgang bij Gln met er boven Ontblok Gln. Dat voor de richting Hoogezand (Hgz) twee verschillende afkortingen zijn gebruikt komt omdat tussen Waterhuizen Aansluiting en Hoogezand een tussenblok in Kropswolde was.
Op de werking van de diverse blokstelsels gaan we later wat dieper in.

Baanvakpenning:


Een baanvakpenning in gebruik bij de ZLSM. In dit geval als er geen treindienstleider is gesteld. Wanneer deze wel gesteld is dan heeft hij de penningen in bezit.



Bij baanvakken (tijdelijk) zonder blokstelsels kan men ook werken met baanvakpenningen. Alleen de machinist die zo'n penning in zijn bezit heeft, mag over het op de penning vermelde baanvak rijden. In Engeland is dat veel toegepast op nevenlijnen. In Nederland kwam het alleen voor op lokale lijntjes.

Moderne blokstelsels:
De huidige moderne blokstelsels werken heel anders. Hier zijn nu maar een klein aantal relais nodig. Ook is nu ook het gehele spoor in het blok geïsoleerd en bewaakt door een spoorrelais. Naast het spoorrelais zit nog een aantal andere relais voor het aansturen van de seinen, de ingestelde rijrichting en eventuele beveiligingen zoals beweegbare bruggen.


terug naar Home terug naar Uitleg