Klassieke beveiliging bij de Staatsmijnen



Een seinhuiswachter van het Spoorweg- en Expeditiebedrijf zet een sein op veilig.
(bron: DeMijnen.nl)


Het Spoorweg- En Expeditiebedrijf (SEB) van de staatsmijnen hanteerden in beginsel dezelfde spoorwegbeveiliging als bij de NS (seinhuizen met daarop Siemens & Halske bloktoestellen, hoofd- en rangeerseinen e.d.) later zijn zij een andere weg ingeslagen en zijn o.a. met hooggeplaatste lichtseinen van eigen fabrikaat aan de slag gegaan. Het bovengronds spoorwegbedrijf sloot drie kolenmijnen op elkaar aan plus de haven Stein waar de overslag van kolen en cokes op schepen plaatsvond. En kon men rijden vanaf de Duitse grens dwars door Zuid-Limburg tot aan haven Stein welke bijna aan de Belgische grens ligt. Na de sluiting van de mijnen is alleen het emplacement van de mijn MAURITS in Geleen overgebleven plus het havenemplacement. Beide emplacementen zijn er nu grotendeels nog. Op het emplacement van de mijn MAURITS stond bij het gehucht Lutterade, waar de toegang was vanaf de NS sporen tot het mijnemplacement, seinhuis A, een houten gebouw met schijvenkelder.


Seinhuis A van de Staatsmijnen.
(bron: Het Utrechts Archief)



Van de rest van het spoorweggebeuren van de staatsmijnen is nagenoeg niets overgebleven. Behalve herkenbare spoortrajecten is het enige tastbare wat is overgebleven een bakstenen overwegwachtershuisje welke aan de Schuureikenberg in Hoensbroek staat er stond een windwerk buiten voor de bediening van de overwegbomen. Het gebouwtje staat bij mensen achterom en wordt gebruikt als schuurtje. Op die plek kruisten ooit 2 sporen de overweg; het traject was dubbelsporig uitgevoerd tot aan Geleen en verder tot aan de haven in Stein en werd zeer druk bereden; de overweg lag veelvuldig dicht i.v.m. aankomende en vertrekkende treinen.

Seinhuis D was gesitueerd achter de kolenverlading aan een groot rangeeremplacement van de EMMA en lag aan een grote overweg in Treebeek, nu gemeente Brunssum. Er kruisten ca. 12 sporen de overweg. In die 12 sporen waren twee sporen van het dubbelsporig traject naar de mijn HENDRIK in Brunssum opgenomen, de rest waren rangeersporen. Deze overweg was meer dicht dan open daar er achter de verlading veelvuldig gerangeerd werd. Deze overweg was aan beide zijden van de weg voorzien van spoorpoorten om de toegang tot het mijnbedrijf te versperren wanneer er geen rangeeractiviteiten of treinen waren, voornamelijk in het weekend.


De seinhuiswachters Ramaekers en Haaksman van de Spoorwegdienst van de Staatsmijn Wilhelmina.
(bron: DeMijnen.nl)


Evenals bij de Nederlandse Spoorwegen waren ook bij de Staatsmijnen allerlei voorschriften in gebruik; een aantal van deze voorschriften worden hieronder getoond:

Klik hier om de emplacementstekening van de staatsmijn Hendrik en de Steenstort te openen.

Klik hier om het BVS van post B bij de staatsmijn Emma te openen.

Klik hier om het BVS van de posten F en G bij de staatsmijn Hendrik te openen.

Deze voorschriften zijn ter beschikking gesteld door de heer B. Senden waarvoor wij hem hartelijk danken.

In het jaar 1963 is in het tijdschrift Op de Rails (een uitgave van de NVBS) een aantal artikelen geplaatst waarin een uitgebreide beschrijving van het spoorwegbedrijf bij de Staatsmijnen is gegeven; klik hier om deze artikelen te lezen.


Terug naar Home Terug naar de uitlegpagina